Thursday, February 28, 2013

De Duizendjarige Oorlog tussen de Turken en Europeanen



Meesten zullen van de Tachtigjarige of de Honderdjarige Oorlog gehoord hebben. Maar er is één oorlog waarbij deze in het niet vallen.
Dat is de Duizendjarige Oorlog*. Deze mega-oorlog heeft door de eeuwen heen tussen de Turken en de Europeanen gewoed.
* Aanvankelijk dacht ik dat ArmenianTitanic de primeur op deze term ging krijgen. Maar na googlen blijkt het eerder gebruikt door Lucas Catherine in zijn boek “Van Morendoders tot botsende beschaving. De duizendjarige oorlog tegen de islam” uit 2007.
In tegenstelling tot zijn benadering ben ik van mening dat deze oorlog zich puur en alleen tussen Europeanen en Turken afspeelde (en in feite nog gaande is).

Deze oorlog begon in de zomer van 1097 toen de eerste kruisvaarders de stad Nicea belegerden. Het stond destijds onder Turks bestuur. (Nicea is het huidige Iznik, gelegen 90 km zuidwestelijk van Istanbul, nabij Bursa)

De Turken waren toen al enkele decennia in Anatolië. Zij kwamen uit Centraal-Azië en brachten grote delen van het Midden-Oosten onder controle. Daarbij keerden ze de status-quo in de regio onderste boven.
Met de inname van Jeruzalem in 1071 werd de toorn van christelijk Europa gewekt. Paus Urbanus II riep daarom
in 1095 de Kruistochten uit om het Heilige Land te bevrijden. In 1097 vond in Iznik de eerste confrontatie plaats tussen Europese en Turkse legers. 

Gebieden onder Seldjoek Turken in 1100.


Europa zou in de eeuwen erna nog vele kruistochten tegen (voornamelijk) de Turken voeren. Afgezien van de eerste liepen ze allemaal uit op een fiasco.
(De laatste onofficiële kruistocht liep ten einde toen Europeanen Jeruzalem in december 1917 op de Ottomaanse Turken veroverden)

Na de kruistocht-periode werden nog vele oorlogen uitgevochten tussen Europeanen en de Turken. Voorbeelden zijn de Slag op het Merelveld in 1389 waar de Serviërs samen met onder meer Hongaren, Bulgaren en Albanezen de strijd aangingen tegen het Ottomaanse Rijk. Of de Slag bij Varna in 1444 waarin een Europees coalitie-leger uit Polen, Hongarije, Roemenië en Bulgarije het opnam tegen het Ottomaanse leger. Andere keren waarin gecombineerde Europese legers het opnamen tegen de Ottomaanse Turken waren de Slag bij Lepanto (1571) en het Beleg van Wenen (1683).
Dit is slechts een kleine greep van de keren dat gecombineerde Europese legers het opnamen tegen de Ottomaans Turkse legers. Het Ottomaanse Rijk was destijds bijna drie eeuwen niet te verslaan op de slagvelden van Europa. Vandaar dat Europeanen liever in coalities de strijd aangingen tegen de Turken.

Na 1800 keerde het tij waarna het Ottomaanse Rijk langzaamaan het overwicht op zijn Europese tegenstanders verloor. Halverwege de negentiende eeuw werd het zelfs de zieke man van Europa genoemd.  
Tenslotte was er één beslissend moment in de historie geweest waarbij de Duizendjarige Oorlog uitgevochten leek. Dat was na de Eerste Wereldoorlog toen Europeanen het lot van de Turken in hun handen hadden.

Bijna 1000 jaar waren ze met elkaar in de clinch geweest, en nu stonden de zonen van Oguz op het punt weggevaagd te worden. Maar tot verbijstering van Europeanen stond er een militaire genie tussen ze op.

Hun duistere plannen wilden ze aan de Turken opleggen met het verdrag van Sèvres (1920). Maar onder leiding van Mustafa Kemal Pasha (de latere Atatürk) werd dat belet*. Erna moest Europa het verdrag van Lausanne (1923) accepteren.
* In feite heeft hij de Turken twee keer van de ondergang gered. De eerste keer was met de slag in Gallipoli (1915) waar hij een door Europeanen geleide invasiemacht van de overwinning afhield.

Atatürk, sloeg de Europese droom aan diggelen.
 

Ook leidde dit ertoe dat de Turken ze beschouwden als gelijke of zelfs zwakkere. Dat onderlinge beeld tussen beide is tot op heden ook gebleven, vandaar dat Turkije zich niet van alles laat voorschrijven door Europa. Dit falen om de Duizendjarige Oorlog eindelijk te beslechten zit nog altijd in de geheugens van christelijk Europa/Westen* gegrift.
* Na de kolonisatie van grote delen van de wereld door Europa is de term het Westen van toepassing.

Vanuit dat eeuwenlange strijd kan al het anti-Turkse mentaliteit van het westen verklaard worden. Het feit dat het christelijk westen niet lukte om de Turken beslissend te verslaan en erna zoals andere volkeren te koloniseren heeft die vijandige westerse mentaliteit extra versterkt.


Na Lausanne is er tussen het westen en Turkije geen direct gewapende treffen meer geweest. Juist het omgekeerde zien we zoals militaire samenwerking (NAVO) of een politiek-economische verbond (EU kandidaat-lidmaatschap van Turkije). Desondanks blijft het westen op andere manieren deze oorlog tegen de Turken voortzetten. 

Zoals de eeuwenlange anti-Turkse propaganda die nog altijd springlevend is (zie 'Liever Turks dan Paaps' deel II). De in deze weblog besproken Armeense verhalen zijn een onderdeel van deze propaganda-oorlog tegen de Turken. Vandaar dus dat westerse staten (via hun universiteiten) salarissen betalen van lieden die deze anti-Turkse leugens en fraude verspreiden of dat hun parlementen een Armeense genocide erkennen.

Het is nu ook te begrijpen waarom Europa steun en onderdak biedt aan anti-Turkse terreurbewegingen die in Turkije dood en verderf zaaien zoals de PKK of de DHKP-C. Ze maken onderdeel uit van die Duizendjarige Oorlog tegen de Turken.

In 'Liever Turks dan Paaps' (II) vroeg ik me af waarom het westen de Turken in hun propaganda-literatuur als barbaren en schurken slijt. Dat antwoord is nu gegeven. Die propaganda is onderdeel van die Duizendjarige Oorlog.


Tuesday, February 26, 2013

Hocali - de vergeten misdaad (II)


Vandaag is de herdenking van de massamoord op burgers in Hocali in 1992. Meer en meer landen beginnen deze misdaad van Armenen te erkennen. Op 19 februari heeft bijvoorbeeld het Tsjechische parlement de misdaden in Hocali tegen de Azerbeidzjanen als gelijkend aan een genocide erkend.
Daar ik vorig jaar een inhoudelijke analyse van dit bloedbad heb gemaakt, zal ik deze keer een andere dimensie bespreken.



De massamoord op burgers in Hocali vertelt ons drie dingen over de Armenen. 

1- Georganiseerd massaal geweld tegen burgers en andere ongewapenden is Armenen niet ongewoon.

In Hocali brachten Armenen honderden burgers op gruwelijke wijze om het leven.
Behalve honderden ongewapende mannen brachten Armenen ook 106 vrouwen, 73 kinderen en 70 bejaarden om het leven. Tevens zijn toen bijna 1300 Azerbeidzjanen ontvoerd waarvan tot op heden geen spoor van leven bekend is. Reken maar op dat ze uitgemoord zijn zoals Serviërs enkele jaren later deden op honderden tot duizenden gevangengenomen Bosniërs (hun lijken werden jaren later bijvoorbeeld in meren en rivieren in Servië teruggevonden). 

Dat wil zeggen: Armenen hebben bijna 2000 mensen omgebracht in dit omvangrijke bloedbad.

Ervoor hebben we dat ook gezien zoals in Zeitoen 1895 toen Armenen honderden ongewapende Turken in een bloedbad ombrachten

De handen van Armeense slagers bleven met bloed van hun Turkse en andere moslimslachtoffers besmeurd in de Eerste Wereldoorlog en de jaren erna. (Zie eerdere artikelen voor details: ‘De bastaard van Istanbul’ en ‘Nuttige Turkse idioten van de Armeense G-maffia: Hasan Cemal (II)’)

Die weggemoffelde gewelddadige praktijken van Armenen zagen we ook terug met de Armeense genocide-terrorisme in de jaren ‘70 en ’80.


Het massaal ombrengen van burgers en ongewapenden wordt in de Armeense propaganda zoveel mogelijk weggedrukt. Buiten beeld gehouden en weggemoffeld. Dit om het vreedzame beeld die over Armenen wordt verspreid niet te verstoren. 
Een genocide op een volk die zelf op grote schaal burgers ombrengt is namelijk onverkoopbaar. 

2- Ontbreken strategische inzicht Armeense leiders.
Alhoewel Armenen kort na WO1 een staat vestigden, konden ze die slechts drie jaar in handen houden. Nauwelijks vermeldenswaardig. De enige echte laatste keer dat ze een staat leidden was in Cilicië tussen 1199 -1375. Het werd door de Egyptische Mamelukken van de kaart geveegd.

In 1990 kregen ze eindelijk de kans om na eeuwen op eigen benen te staan en een staat te besturen. Wat ze het eerst deden was een indicatie van hun falen als een natie: ze vielen een buurland aan (Azerbeidzjan) en bezetten diens grondgebied.

Behalve door hen geclaimd gebied bezetten Armenen nog eens 
Azerbeidzjaans gebied ter grootte van de helft van Nederland.

Gevolg:
Turkije, die Azerbeidzjan als een broedernatie beschouwt, sloot als tegenmaatregel de grenzen met Armenië waardoor Armenië economisch in de knel kwam.  

Dat wil zeggen:
na eeuwen eindelijk weer een staat gevestigd te hebben, verprutsten Armenen hun kans om een mooie toekomst op te bouwen. Meteen na vestigen van een eigen staat vertonen ze vijandig gedrag door een buurland aan te vallen en diens grondgebied te bezetten. 

3- Moreel verval Armenen
Het feit dat Armenen de beul van Hocali (Sargsyan) als president kozen is deerniswekkend te noemen. Maar hem vorige week maandag nogmaals kiezen tot president laat totale verval Armenië zien.

Niet alle Armenen zijn overigens ingenomen met de herverkiezing van hun Kaukasische Mladic. Met de gebruikelijke fraude is hij herkozen, waarna duizenden Armenen de straat op gingen om tegen hem te demonstreren.

Dit verval onder Armenen zien we ook terug wanneer ze een nazi-collaborateur (Drastamat Kanayan aka Dro) als een held behandelen en hem een heldenbegrafenis geven. 
Armenen zijn moreel zo diep gezonken dat ze zelfs een onderscheiding naar deze Armeense nazi-collaborateur hebben genoemd ('Drastamat Kanayan Medal').

(details over deze Armeense held/nazi: zie in 'Nazi’s en Armenen')

Daarnaast worden Armeense genocide-terroristen die vele onschuldigen ombrachten door Armenen ook als helden beschouwd.

Voorgaande vertelt ons dat men bij Armenen niet in staat is om goed en fout van elkaar te onderscheiden. Elk volk dat daartoe niet in staat is, heeft één toekomst: die van ten ondergang gedoemd zijn.

Wednesday, February 20, 2013

'Liever Turks dan Paaps' - Griekse propaganda


(UPDATE: zie slot)


Wat betreft de Griekse propaganda tegen Turken kwam ik recent deze site tegen: http://www.sfakia-kreta.nl/index.html.

Het is een site die vakanties in Kreta aan de man brengt:
"Deze vakantiegids met kaarten van Kreta gaat over de regio Sfakia in het zuidwesten van het eiland Kreta, en Kreta in het algemeen."

Het feit dat we zelfs op zulke sites haatpropaganda tegen Turken tegenkomen geeft aan in welke universum deze lui leven. Als je even in de site duikt, druipt de afkeer en haat tegen Turken van het scherm.

In de intropagina wordt meteen de toon gezet: we komen een gruwelijk verhaal van levend villen van een Griek door de Turken tegen (zie straks meer over).
"Daskalogiannis uit Anopoli, net boven Chora Sfakion, bevrijdde hen van de Turken en verborg zich daar in een grot bij de zee, totdat de Turken hem vonden en levend vilden."

In onderdeel 3 van de site lezen we ene na andere aantijging die de Turken als barbaren en schurken slijt. (http://www.sfakia-kreta.nl/kreta-geschiedenis3.html 
(Let op: dit is een vakantie-site)
Het gehele artikel door wordt gesproken over bezetting door de Turken. Turken blijken er als de enige te zijn die bezettingen verrichtten. De anderen overheersten, bestuurden, enzovoorts. Bezetting heeft een negatieve klank. Vandaar.

de vernielzucht ... van de Ottomanen

de vernielingen onder de Ottomanen (het lijkt alsof de Ottomaanse Turken dat eiland van onder tot boven afbraken...)

de nietsontziende en barbaarse vijand.

• Het verhaal van levend villen van een Griek wordt nogmaals aan de man gebracht:
 Uiteindelijk vilden de Turken hem levend, maar nog steeds weigerde Daskalo Giannis zijn kompanen te verraden aan deze barbaarse vijand.
           
Omdat dat laatste een bijzonder verhaal is, zal ik op ingaan. Het is dus een fabula fantastica die we eerder in de Armeense (gruwel)propaganda tegenkwamen.

Googlen levert de origine van deze fantasieverhaal op: een Griek. Welgeteld één Griek (Detorakis).

Het levend villen van iemand dient om de Turken een wrede aard toe te kennen. Bij de Ottomaanse Turken was een dergelijke Assyrische manier van straffen onbekend. Het lijkt me een overname uit de Griekse mythen (lees: fantasieverhalen) waar de Grieken bekend om staan: in één ervan vilt de godheid Apollo een tegenstander. Ik heb overigens aanwijzingen dat Detorakis het verhaal van levend villen uit een Grieks liedje heeft gehaald. (Update: zie einde)

Kun je je dit voorstellen? Deze anti-Turkse afval kom je dan op een Griekse vakantie-site tegen. Die site geeft aan hoe diep de Grieken in hun anti-Turkse mentaliteit zijn gezonken. Ze laten geen enkel moment onbenut om hun haat en afkeer tegen de Turken te verspreiden.

Op dit moment is Turkije bezig de vriendschappelijke banden met Griekenland aan te halen. Net nu ze in diepe crisis zitten hebben de Grieken wel oren naar steun van de kant van de Turken. Turkije kan zich beter eerst van vergewissen of zulke mensen wel geholpen dienen te worden.



UPDATE: [7 april 2013]
Dat fantasieverhaal van levend villen heb ik nagelopen. Daar deze executiemethode ongewoon was in het Ottomaanse Rijk geloofde ik het niet. Dat het om een uit de duim gezogen Griekse gruwelverhaal gaat, staat nu vast:
De basisbron voor dit fantasieverhaal is ene Theocharis Detorakis. Het blijkt een professor in de Byzantijnse taalkunde uit Kreta te zijn. In zijn werk ‘History of Crete’ uit 1994 vertelt deze Detorakis op pagina 282 erover:



(klik voor de volledige pagina’s 282 en 283 hier)

Wat lezen we hier? Geen enkel wetenschappelijke bron zien we terug om dit fantasieverhaal te bevestigen. Het enige wat hij schrijft is ‘Er wordt verteld’ / ’It is recounted’. Met ‘Er wordt verteld’ schrijft deze professor dat hij één of andere Griekse sprookjesboek heeft gevonden waar op na te lezen is dat een Griek door Turken levend wordt gevild.


Deze kerel moet dan een professor voorstellen. Het gebrek aan kritische houding is tenenkrommend. Als hij die had, dan zou hij nagelaten hebben dit fantasieverhaal op te nemen in zijn boek. Wat hij met zulke dubieuze methoden doet is Turken slijten als wrede barbaren. Lasteren dus. Dat is geen wetenschap.

Wat me ook opviel was dat hij geen noten had opgenomen in zijn boek. Hij heeft aan het einde van zijn boek vele pagina’s aan gelezen boeken van anderen vermeld die hij gebruikt zou hebben om zijn boek te schrijven. Maar omdat er geen noten zijn vermeld, kun je niet controleren uit welke boek en welke pagina’s hij putte om zijn beweringen te onderbouwen.
Deze methode zie je vaak terug bij auteurs die de boel willen flessen (controle beweringen bemoeilijken).