Wednesday, June 26, 2013

Relocatie: Hoe staten handelen in oorlogssituaties

(vervolg van deel I)

Hoe reageren staten op (potentieel) verraad van onderdanen in oorlogstijd? Draconisch.

We hebben daar een voorbeeld van:
Toen Japan in 1941 Pearl Harbor aanviel werden in de VS 120.000 Japanse Amerikanen (inclusief vrouwen, kinderen en ouderen) weggevoerd naar de binnenlanden van VS. Omdat de Amerikanen verraad en staatsvijandig gedrag van hun kant vreesden. 

 
Japanse Amerikanen op weg naar interneringskampen. Op bevel van de Amerikaanse regering moesten ze binnen enkele dagen hun koffers pakken.

Deze Japanse Amerikanen hadden NIET ÉÉN SCHOT GELOST, laat staan zoals de Ottomaanse Armenen grote steden ingenomen en aan een buitenlandse invasiemacht overgedragen. Of het Amerikaanse leger aangevallen die invasielegers van zich moest afschudden.


En waar vond de Japanse aanval op Pearl Harbor plaats? Bijna 4.000 kilometer van het vasteland van de VS. Dat wil zeggen: er was geen eminente dreiging voor de VS.


Zo reageert dus een staat in oorlogstijd. Notabene destijds de machtigste natie van de wereld.


Hiroshima 1945.
Voor het eerst in de historie zou een natie het wapen van goden inzetten waarmee hele steden in een flits verpulverd konden worden.

Je ziet dus hoe een dergelijke machtige staat reageert op een potentiele dreiging van zijn onderdanen. Zonder onderscheid in vrouw, kind of ouderen, worden mensen weggevoerd waar ze geen dreiging kunnen vormen voor oorlogsinspanningen.

Hebben de Amerikanen nu een genocide op Japanse Amerikanen gepleegd door ze weg te voeren? Als het antwoord ontkennend is, dan geldt dat ook voor de Turken.



- lees verder -

Thursday, June 20, 2013

Moorden in naam van een Armeense genocide (Wenen 1984)


De lessen in haat die heden op universiteiten worden onderwezen, leidden in het verleden tot moordpartijen op vele onschuldigen.
Zoals in Wenen op 20 juni 1984. Armeense genocide-terroristen brachten toen de Turkse diplomaat Erdogan Özen om het leven.


Özen was hun tweede slachtoffer in deze stad, eerder hadden ze er hun moordlust afgekoeld op Hüseyin Tunaligil, de voormalige Turkse ambassadeur in Nederland.

Scène na de laffe bomaanslag door Armeense mensenhaters.
(bron: A Myth of Terror, Erich Feigl, pagina 135)


De Turkse diplomaat Özen was één van de laatste slachtoffers van Armeense genocide-terrorisme. Na tientallen moorden was tenslotte de bloeddorst van de Armeense moordenaars bijna gestild. 

De aanslag werd opgeëist door ARA*, JCAG in een nieuw jasje.
* ARA: Armenian Revolutionary Army (Armeens Revolutionair Leger).
JCAG: Justice Commandos of the Armenian Genocide (Rechtvaardigheid Commando's van de Armeense Genocide). Was een terreurbeweging speciaal opgericht om met moord en verderf de Armeense leugens erkend te krijgen. Heden brengen de Armenen achter deze moordenaarsclub tijdschriften uit zoals de Armenian Weekly waar Turkenhaters hun pennen ter beschikking stellen.

De Armeense moordenaars en hun handlangers lopen nog altijd vrij rond. Voor de Turkse justitie kan de arrestatie van Laszlo Csatary als inspiratiebron dienen. Deze misdadiger uit WO2 is op zijn 98e opgepakt en wordt nu berecht.

Monika en zoon Murad rouwend om de dood van hun dierbare.
(bron: A Myth of Terror, Erich Feigl, pagina134)




Friday, June 14, 2013

Relocatie: de aanleiding


Volgens de Armeense G-maffia was de relocatie een instrument om de Armenen uit te roeien. Alleen in de door deze maffia in elkaar getimmerd universum klopt dat.


De werkelijke reden voor de relocatie van Armenen was militair. Na de Armeense vijandelijkheden in de provincie Van en de erop volgende val van de stad en de provincie, lag een herhaling in de andere provincies op de loer.  

Let op: op dat moment was in westelijk Anatolië een Brits-Franse invasie met bijna 100.000 man gaande (Gallipoli). Die zouden gedurende de Gallipoli-offensief in totaal 600.000 man inzetten om in de Dardanellen een doorbraak te forceren.
Tegelijkertijd hadden de Ottomaanse legers in het oosten hun handen vol om de invasie van het Russische leger en de guerrilla van duizenden Armenen af te slaan.


Voor de Ottomaanse legers was het cruciaal om in het oosten stand te houden. Anders zou centraal Anatolië en rest van kernland open liggen voor de Russische opmars. Een instorting van de Ottomaanse defensie in het oosten zou hoe dan ook desastreus zijn geweest voor de oorlogsinspanningen, los van de mentale klap die het Ottomaanse leger zou hebben opgelopen. Het is voorstelbaar dat het westelijke front met Gallipoli door die klap ook zou zijn ingestort. Dan was het over en uit geweest voor het Ottomaanse Rijk.

De cruciale levensaderlijnen van de Ottomaanse legers in oostelijk Anatolië liepen door gebieden waar veel Armenen woonden. Juist daar richtte de omvangrijke Armeense guerrilla zich op. Hun doel was om zo het Ottomaanse leger te verzwakken zodat de Russische opmars door Oost-Anatolië gemakkelijker kon verlopen. Door communicatie- en bevoorradingslijnen te vernietigen, kwamen de Ottomaanse legers die de Russen bevochten in moeilijkheden.

Zonder bevoorrading (voedsel, wapens, onderdelen) is elk legermacht na korte tijd vleugellam en gereed voor de sloop door de vijand. Door bruggen en wegen te saboteren werden bijvoorbeeld Ottomaanse versterkingslegers gedwongen eerst dat te repareren of omwegen te nemen waardoor ze te laat kwamen en de strijd allang door de Russen was beslist.

Daarnaast konden Ottomaanse generaals niet met hun legers op het strijdtoneel communiceren door sabotage van bijvoorbeeld telegraaflijnen. De veldcommandanten wisten daardoor niet hoe ze moesten handelen (‘Zijn de Russen voor ons met 1000 of 3000 man?’ ‘Moeten we ons terugtrekken of kunnen we aanvallen?’).

De volgende kaart kan dit militaire aspect verduidelijken. Je ziet waar de Armenen in oostelijk en zuidelijk Anatolië opstanden en guerrilla ontketenden: bij belangrijke wegen en spoorlijnen. Aderlijnen van het Ottomaanse leger.

bron: Lezing professor Justin McCarthy in http://vimeo.com/17782956 (deel 4 ‘Did Armenians aid the Russians and greatly damage the Ottoman war effort?’ / ‘Hielpen Armenen de Russen en zo Ottomaanse oorlogsinspanningen verzieken?'). Kaart te vinden op 5:14.

Een goed voorbeeld van hoe uitgekookt de Armeense verraad in zijn werk ging is deze kaart met gebieden waar omvangrijke Armeense guerrilla actief was.

bron: zie onderschrift vorige kaart, deze te vinden op 6:30.

Het Ottomaanse leger stuurde troepen naar Erzurum via de weg Sivas - Erzincan. Alhoewel Armenen in die regio slechts 10% van de bevolking uitmaakten, ontketenden zij er toch opstanden en guerrilla. Wegen en bergpassen werden door ze geblokkeerd, bruggen gesaboteerd. Volgens Ottomaanse schattingen opereerde er een Armeense guerrilla van 30.000 man.



De Ottomaanse legers vochten in het oosten dus niet alleen tegen de Russische invasielegers, maar ook tegen de Armeense guerrilla van duizenden in hun rug. Het kostte het Ottomaanse leger vele divisies (tienduizenden soldaten) om deze guerrilla tegen te houden. Manschappen die tegen de Russen aan het front ingezet hadden kunnen worden.



- lees verder -