Saturday, June 28, 2014

De twee kogels die leidden tot de dood van 80 miljoen mensen


Vandaag vond precies 100 jaar geleden de moordaanslag op aartshertog Frans Ferdinand plaats. Hij was de troonopvolger van het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije. De gevolgen van deze moord waren desastreus.


De kogels die de Servische terrorist Gavrilo Princip afvuurde zouden leiden tot de allereerste mega-oorlog die de mensheid kende. Niet alleen dat, de verliezende Duitsers zouden erna uit revanche de tweede wereldwijde oorlog ontketenen.
Naar schatting leidden beide mega-oorlogen tot de dood van 80 miljoen mensen. En dat door slechts twee kogels.

Dit pistool zou leiden tot de dood van 80 miljoen mensen.


De moord op de aartshertog vond plaats in de Bosnische stad Sarajevo. Op die fatale dag was Frans Ferdinand samen met zijn vrouw Sophie Chotek op bezoek in de stad.

Geloof het of niet, dit was de tweede aanslag tijdens dat bezoek. Gavrilo Princip opereerde namelijk niet alleen. Behalve hem hadden meerdere terroristen zich langs de route opgesteld om toe te slaan. Voor hij zijn schoten loste had een andere samenzweerder zijn geluk al tevergeefs beproefd. De Serviër Nedeljko Čabrinović had een handgranaat gegooid naar de auto waarin de aartshertog en zijn vrouw zaten. Door alert optreden van hun chauffeur kwam de granaat niet in de auto terecht en ontplofte het achter ze op de straat.

Langs de route stonden welgeteld zeven terroristen op hun kans te wachten (Mehmetbasic was een Bosnische moslim, hij werd bijgehaald om de club een minder Pan-Slavische aanzien te geven).

Je zou verwachten dat de aartshertog erna het bezoek zou afgelasten, maar hij wilde zich niet laten afschrikken. De terroristen stonden juist op het punt om het maar op te geven. Ze kregen dus een herkansing. Gavrilo Princip greep die kans toen de auto in zijn buurt kwam en hij de fatale kogels kon afvuren. Zoals eerloos gebruik onder terroristen schoot hij ook Sophie Chotek dood.

Enkele ogenblikken nadat deze foto genomen werd vond de moordaanslag plaats. De auto met de aartshertog rijdt de straat in waar de schoten zouden vallen.

Oostenrijk-Hongarije stelde Servië erna een ultimatum, dat bekend staat als het Juli-ultimatum. Omdat Servië niet akkoord ging met alle punten, verklaarde Oostenrijk-Hongarije ze erna de oorlog.

Daarna brak de hel los omdat ene na ander land elkaar de oorlog verklaarde.




UPDATE
Alhoewel bloed van tientallen miljoenen aan hun handen kleven, presteren de Serviërs het om een monument voor Princip op te richten. Vergelijk de Armeense fanatici die voor hun moordenaars monumenten oprichten en ze als helden bejubelen.





Achtergrond van de aanslag op aartshertog Frans Ferdinand


Sarajevo ligt in Bosnië-Herzegovina. Dat gebied was tot 1878 onder Ottomaans Turks bestuur geweest. Erna had het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije de controle overgenomen. Formeel bleef het gebied van de Turken. In 1908 besloot Oostenrijk-Hongarije Bosnië-Herzegovina te annexeren. (Als compensatie kreeg het Ottomaanse Rijk wel een schadevergoeding)


De Serviërs zagen met lede ogen aan dat Oostenrijk-Hongarije het gebied annexeerde. Ze beschouwden namelijk Bosnië-Herzegovina als van hun. Ze wilden het ook hebben om een Groot-Servië te stichten. Ze richtten daartoe de terreurbeweging de Zwarte Hand op. Toen ze hoorden van het bezoek van aartshertog Frans Ferdinand aan Sarajevo grepen ze hun kans. Gavrilo Princip en de andere terroristen werden naar Sarajevo gezonden.

Voor de Serviërs had de datum van de aanslag ook een speciale betekenis. Op 28 juni 1389 hadden namelijk de Ottomaanse Turken de Serviërs en hun bondgenoten in de Slag op het Merelveld verslagen. Dat de aartshertog het lef had om op die datum de stad te bezoeken zagen de Serviërs als een belediging. Ze waren daardoor extra belust op zijn dood. 


Sunday, June 22, 2014

Blauwdruk voor Sèvres


De Eerste Wereldoorlog brak uit op 28 juli 1914. Volgende maand is het dan precies 100 jaar geleden dat de wereld voor het eerst in een mega-oorlog geraakte.
Voor ons is die oorlog van belang omdat (pro-)Armeense kringen het oorlogsjaar 1915 als het genocide-jaar verkondigen.

Het uitbreken van de oorlog betekende voor het Ottomaanse Rijk dat diens vijanden afgeleid werden. Sinds 1911 voerde het oorlogen met ze om zijn grondgebied te behouden. Tevergeefs, steeds meer gebied raakte in de handen van zijn belagers.
Stap voor stap waren ze richting het kernland van de Turken genaderd.

Rusland trad daarbij het meest agressieve op. Haar recentste karwei was de door haar gedirigeerde Balkanoorlogen van 1912-1913 die leidden tot zware verliezen voor de Turken.

Toen daaruit de zwakte van het Ottomaanse Rijk bleek, rook Rusland meer bloed. Het was eeuwen op zoek geweest naar havens aan de warme zeewateren*.
Omdat de weg hiervoor door de Balkan teveel hindernissen had, richtten de Russen daarom de pijlen op het Anatolisch kernland van de Turken. Via Oost-Anatolië. Meegenomen was dat daar hun Armeense knechten in te zetten waren.
* Havens die niet om de zoveel maanden bevroren raakten en zo de marine vrije baan kreeg.

Rusland wilde dat de Turken ‘hervormingen’ ten gunste van de Armenen in Oost-Anatolië zouden doorvoeren. Ze volgden daarbij een tweesporen-beleid.
In de eerste plaats gebruikten ze voor hun machinaties een andere minderheid in die regio: de Koerden. Die werden door ze opgejut tegen het Turkse bestuur. De Koerden kregen bijvoorbeeld wapens en geld om voor onrust in het gebied te zorgen. Na plegen misdaden vluchtten die dan naar Rusland of west-Iran (destijds onder Russische invloed). Ze mochten zelfs in Russische consulaten hun toevlucht zoeken.

(Het bedrijven van dergelijke politiek om buurlanden te ondermijnen is al eeuwen een specialiteit van Rusland: op dit moment is ze er druk mee bezig in Oekraïne.)

Na zo het gebied gedestabiliseerd te hebben werd beweerd dat hervormingen nu echt noodzakelijk waren omdat de Armenen ‘onderdrukt’ werden. Hiervoor werden met name de door de Russen gecontroleerde Armeense lobbies ingezet. Die voerden in Europese hoofdsteden felle campagnes voor die ‘hervormingen’. De andere (christelijke) Europese mogendheden gaven tenslotte de Russen de vrije hand. 


De Armeen Boghos Nubar, één van de Russische huurlingen die in Europese hoofdsteden optrad.

Het Ottomaanse Rijk stond na de Balkanoorlogen er slecht voor. Om zijn belagers op afstand te houden nam het daarom op 8 februari 1914 de voorstellen aan *.
* Zie bijlage ‘Het hervormingsvoorstel van 1914‘ voor details.

De Turken verloren erna de soevereiniteit over Oost-Anatolië: controle over leger, politie en andere belangrijke organen om te besturen kwam in handen van Europeanen. Het gebied kon feitelijk als verloren beschouwd worden. Destijds wist iedereen ook dat de Turken Oost-Anatolië kwijt zouden raken.

Het was in feite uitstel van executie. Niet alleen liep men in Europa rond met plannen om het Ottomaanse Rijk te verdelen, maar verlies van de helft van Anatolië zou het rijk door midden hakken en verder verzwakt hebben*.

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, deed zich voor de Turken de gelegenheid voor om te ontsnappen aan hun belagers. Ontsnappen aan een zekere ondergang.




(Over Sèvres:
 
Het verdrag van Sèvres van 1920 diende om de Turkse natie te vernietigen. Europa leek de Duizendjarige Oorlog eindelijk's te hebben beslecht. Volgens dat verdrag mochten de Turken in Anatolië een rompstaat behouden zonder een eigen leger, geen zeggenschap over eigen financiën, enzovoorts. Omringd door erfvijanden betekende dat slechts één ding: vernietiging van de Turkse natie. Een massale guerrilla onder leiding van Mustafa Kemal Pasha, de latere Atatürk, maakte een eind aan deze Europese droom)  



Het hervormingsvoorstel van 1914

- bijlage van Blauwdruk voor Sèvres -


‘Hervormingen’ eisen ten gunste van (christelijke) Ottomaanse minderheden was één van de trucs van Europa om gebieden van de Ottomaanse Turken los te weken. Op die manier hadden de Turken bijvoorbeeld Bulgarije verloren.

Om Oost-Anatolië van het Ottomaanse Rijk te bemachtigen werden de Armeense ‘hervormingen’ van 1914 geïntroduceerd. Deze keer mocht Rusland de vruchten van deze Europese inspanningen plukken.
De andere Europese mogendheden hadden zelf al genoeg land van de Turken vergaard zoals Frankrijk met Algerije (1830) en Tunesië (1881) of Groot-Brittannië met Egypte (1882). Italië had in 1912 de Ottomaans Libische buit binnengesleept.

Het ‘hervormings’plan van 1914 had betrekking op zes Ottomaanse vilayets (provincies) in Oost-Anatolië waar veel Armenen woonden. De vilayets zouden samengevoegd worden tot twee superprovincies.

De provincie Trabzon kregen de Armenen cadeau omdat ze anders geen havens zouden hebben. Bijna de helft van Anatolië (ongeveer 290.000 km2, zeven keer Nederland) zouden de Turken deze keer kwijtraken. 

Anatolisch gebied bestemd voor Armenen.


Aan het hoofd van een superprovincie kwam een hoge ambtenaar, een inspecteur-generaal, met vergaande bevoegdheden. Hij had de controle over het bestuur, het leger, de politie, enzovoorts. Daar de Turken niet geacht werden het gebied te kunnen besturen, diende hij een Europeaan of een Ottomaanse christen te zijn.

De huurlingen voor deze job waren de majoor Hoff uit Noorwegen en de Nederlander Louis C. Westenenk. Ze waren niet goedkoop: de Ottomaanse regering moest ze elk als maandsalaris 400 gouden lira’s betalen. Op jaarbasis was dat 32 kilo aan goud per persoon. 
(Het rijk stond er financieel sowieso niet goed voor, dit kon er ook wel bij)

UPDATE:
Aanvankelijk had ik het jaarlijkse loon overgenomen die Westenenk kreeg volgens The Armenian Rebellion at Van (2006, pagina 167, noot 87). 
Maar dat was de gezamenlijke loon met zijn Noorse handlanger. Het moest dus met de helft in mindering worden gebracht (naar 34 kilo goud per jaar). The Armenian Rebellion at Van heeft een document uit de Ottomaanse archieven gebruikt. 
Er is 2 kilo goud verschil omdat via internet na te gaan is wat gewicht [7,2 gram] en goudgehalte [92%] van een Ottomaanse gouden lira is*. Op die manier is waarde van 400 gouden lira's uit 1914 te berekenen. Het document uit de Ottomaanse archieven zal meer details bevatten zoals reiskostenvergoeding en dergelijke waardoor je dat verschil krijgt.
(* Bijvoorbeeld op pagina 32 in Monetary sovereignty during the classical gold standard era: the Ottoman Empire and Europe, 1880-1913 (2012), geschreven door Coşkun Tunçer.)

Westenenk werd voor tien jaar aangesteld (met optie tot verlenging*). Hij zou dus minstens 320 kilo goud hebben binnengesleept voor het helpen om het Ottomaanse Rijk te vernietigen**.
(* Zie in dit werk van prof. dr. J. der Dussen, een volgeling van de Armeense aantijgingen, Kritische opstellen over verleden, heden en toekomst (2005), pagina 87. Boek is te vinden in Google Books).

Nederlandse bronnen hebben het over 400 lira aan maandsalaris* die Westenenk zou krijgen. Ze laten zo wijselijk buiten dat het om gouden lira's gaat waardoor men denkt zat deze huurling het voor een fooitje deed.
(* Zoals der Dussen hiervoor of Nicolaas A. Kraft van Ermel in


Er kwam een lokaal parlement waarin zowel de moslims als de christenen (lees: Armenen) zitting in hadden. Omdat de moslims 80% van de stemmen zouden krijgen, dus controle over het parlement zouden hebben, werd dat voorkomen door hun stem op maximaal 50% te stellen.  
Een stem van een christen was volgens dit racistische plan dus ruim twee stemmen van een moslim waard. De 50%-regel gold ook voor aannemen personeel in het provinciebestuur. Zo werd voorkomen dat moslims teveel macht zouden hebben (christenen maakten 20% van de bevolking uit).

Al deze voorstellen waren eerder in 1913 door de Russen voorgesteld maar verworpen. En kwamen in nieuw jasje weer terug in het definitieve plan.

Dit allemaal betekende dat het Ottomaanse Rijk haar soevereiniteit over Oost-Anatolië kwijt was: alle belangrijke staatsinstrumenten (bestuursapparaat, politie, rechtbanken, leger) kwamen immers in handen van buitenstaanders terecht.

De grote meerderheid van de bevolking mocht niet regeren. Want één christen/Armeense stem was volgens de christelijke mogendheden twee moslimstemmen waard. In Europa en haar pers werd dit racistische gebeuren “de Armeense hervormingen” genoemd.

(Er hoeft geen illusie te bestaan over wie daadwerkelijk de lakens over het gebied zou uitdelen: de Russen. Als klein volk kunnen de Armenen tussen de machtigen een zelfstandige staat niet in stand houden. Ze vervullen daarom in de regio een niche: die van knechten en vazallen van de machtigen. Zelfs heden bestaat er geen echt onafhankelijk Armenië. Rusland controleert het land. Je ziet dat heel goed aan de grenzen van Armenië: Russische soldaten bewaken die.)




Voor meer details over deze ‘hervormingen’, zie The Armenian Rebellion at Van (2006), pagina 144 - 175 (hoofdstuk 7 ‘Kurdish Revolts and the Inspectorates, 1912-1914’) van professor Justin McCarthy.
UPDATE:
Ebook is op internet te vinden.