In het vorige artikel had ik het over de Armeense terrorisme
in de 1890’s. En de hulp die ze genoten van Europa in het bedrijven van hun
misdaden.
Toen Armeense genocide-terroristen weer hun opwachting maakten in
de jaren ’70, was Europa haar favoriete huurmoordenaarsclub* natuurlijk niet vergeten.
*
Huurmoordenaars van Europa omdat die haar eigen handen niet vuil wil maken maar anderen de
klus laten klaren.
Asala en de JCAG kregen vrije baan en konden in alle rust
Turken en andere onschuldigen ombrengen. En als ze überhaupt opgepakt werden,
dan wisten ze dat ze mild bestraft zouden worden.
De mentaliteit die schuil gaat achter deze Armeense moordenaars
wordt in Europa nog altijd gekoesterd: hun corrupte van binnen totaal verrotte
universiteiten lenen zich voor het verkondigen van de Armeense (haat)propaganda
uit 1915.
(Voor een totaalbeeld van deze Armeense genocide-terrorisme
kan de lezer hier terecht: Moorden in naam van een Armeense genocide: Index)
Tenslotte hielden de Armeense moordenaars op met hun
praktijken. Zeer waarschijnlijk omdat de Turkse geheime dienst MIT opdracht kreeg om hun scalpen op te
eisen.
Voor Europa was dit een domper. Ze verloren een instrument
om de Turkse natie via hun Armeense huurlingen te bestoken. Daarom vond er in 1984
iets frappants plaats.
- lees verder -