(vervolg van deel III)
Nadat het Lagerhuis en de Senaat het wetsvoorstel hadden
goedgekeurd, was alleen nog de handtekening van Sarkozy nodig om de wet in
werking te laten treden.
Er is in Frankrijk desondanks een route die een wetsvoorstel
kan torpederen.
Dat is wanneer 60 of meer leden van het Lagerhuis óf de
Senaat tegen een aangenomen wet bezwaar indienen bij het Constitutionele
Raad (het hoogste juridische orgaan in
Frankrijk, zoals in Nederland de Hoge Raad). Het Constitutionele Raad kan dan
alsnog besluiten om de wet als ongrondwettig te bestempelen. Dan wordt de wet
verworpen.
Daar er 86 senatoren in de tweede stemming in de Senaat
tegen hadden gestemd, ging Turkije bij hen lobbyen om dit wetsvoorstel bij het
Constitutionele Raad aan te kaarten. De voorstanders van het wetsvoorstel
lobbyden overigens ook volop. Tenslotte waren er 77 senatoren (en 65 van het
Lagerhuis) die een petitie indienden waarna het Constitutionele Raad zich over
het wetsvoorstel boog.
Het Constitutionele Raad stelde op 28 februari 2012 dat het
wetsvoorstel ongrondwettig was. Het was in strijd met de vrijheid van
meningsuiting was haar oordeel.
Sarkozy beloofde erna zich te willen inzetten om een
aangepaste wet er doorheen te krijgen. Zijn tegenstander in de presidentsverkiezingen
Hollande sloot zich bij hem aan.
Hun pogingen zijn in feite tevergeefs. Zelfs als Frankrijk
in de toekomst een dergelijke wet zou aannemen, is er grote kans dat het in
strijd is met Europese wetten. Turken en andere critici kunnen namelijk naar
het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) stappen om het aan te
vechten.
Het EHRM heeft vaker een oordeel geveld over wetten waarin
het bekritiseren van genociden strafbaar was gesteld. Zij heeft daarbij bepaald
dat de vrijheid van meningsuiting beperkingen kent indien het gaat om
historisch vastgestelde feiten. De Holocaust is een
voorbeeld van zo’n historisch vastgestelde feit, maar ook andere genociden die
door internationale tribunalen zijn vastgesteld, zoals de genocide in Rwanda of
Srebrenica vallen daaronder.
Artikel 17 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens beschermt deze historische gebeurtenissen tegen misbruik. Daarom worden
tegenstanders die dergelijke genociden bagatelliseren of verwerpen door
Europese rechtbanken aangepakt.
Een Armeense genocide valt niet onder deze categorie
genociden (het is immers niet een historisch vastgestelde feit). Het is zelfs
zo dat de uit Turkije afkomstige Doğu Perinçek zijn veroordeling in Zwitserland
bij het Europese Hof heeft aangekaart. Perinçek
noemde de Armeense aantijgingen een imperialistische leugen
waarna de Zwitserse justitie hem veroordeelde. In de weblog van 23 maart 2007
'Zwitserland: een schurkenstaat
(II)' meer hierover. Over deze zaak moet de uitspraak nog
volgen.
UPDATE:
Het Europese Hof
heeft op 17 december 2013 uitspraak gedaan over de veroordeling van Doğu
Perinçek door Zwitserland. De Zwitserse justitie is door het hof terug gefloten:
vrijspraak voor Perinçek.
Wat we met voorgaande in de Franse politiek zien is het volgende:
De Fransen proberen vanuit hun White man's
Burden-complex*
hun versie van de historie aan de Turken voor te schrijven. Zelfs als ze ervoor
hun fundamentele democratische waarden, de vrijheid van meningsuiting, voor
moeten opofferen.
*
De racistische Europese ideologie dat
alle andere volkeren barbaren zijn en zij ze wel beschaving zouden bijbrengen.
Oftewel: Europeanen weten wel wat juist
is.
En dan te bedenken dat diezelfde Turken de Fransen in 1543
uit de handen van Spanjaarden hielden. Om maar niet te spreken over de joodse
voorouders van Sarkozy (de Mallah’s). Die waren diezelfde Spanjaarden ontvlucht
vanwege vervolgingen en vonden een toevluchtsoord in het Ottomaanse rijk van de
Turken…
No comments:
Post a Comment