(deel II)
Henry Morgenthau, de Amerikaanse ambassadeur in het Ottomaans Rijk, bleek dus een ordinaire bedrieger te zijn geweest.
In de Turks-Armeense kwestie liet hij zich ook niet
onbetuigd in leugens en bedrog. In deel I gaf ik twee voorbeelden (Spaanse
Inquisitie en levensverzekeringsgelden). Ik wil meer leugens van deze icoon van de Armeense G-maffia
belichten*.
* Ze
zijn te vinden in zijn publicatie uit 1918. Op internet kun je het nalezen in
de Internet Archive. (Klik hier voor het e-book in pdf).
Zijn lezerspubliek betrof christenen. Om ze tegen Turken op
te jutten, schrijft Morgenthau dat ze bij de Turken bekend
zouden staan als honden en dat de Turken hun levens minder waard zagen dan hun
vee* (pagina 276).
* En diegene die ze zo zagen, benoemden ze tot ministers,
parlementsleden, enzovoorts. Dat kan alleen in deze krankzinnige universum van
Morgenthau.
Voorgaande beschuldiging wil hij met een gesprek geloofwaardig over laten komen. Het
betreft een gesprek tussen een Turk en zijn zoon (pagina 276-277). Die vertelt
de zoon over een kudde zwijnen die ze zien. En dat ze ondanks
verschillen in kleur en formaat zwijnen bleven. Dat zou ook bij christenen het
geval zijn aldus de Turkse vader. Het gesprek is overduidelijk verzonnen. Het dient om
in te spelen op christensentimenten van de lezer.
Volgens Morgenthau was de favoriete bezigheid van de Turken
met christenen ze martelen en afslachten (pagina 130). Ze genoten ervan om weerloze Armeense mannen en vrouwen af te slachten
(pagina 301).
Allerlei afgrijselijke martelmethoden* pasten de wrede, demonische Turken op de Armenen toe (pagina
306-307). Meestal als het donker was. Om het schreeuwen van de lijdende Armenen
te overstemmen maakten de Turken herrie met trommels
en fluiten.
Geloofwaardig? Ja, in dit zieke fantasie-universum van deze flessentrekker.
*
Bij martelen raadplegen de boosaardige Turken dus ook documenten uit de Spaanse Inquisitie).
De aartsleugenaar gaat verder met zijn fantasieverhalen om
de Turken door het slijk te halen.
Doe je de scene voorstellen. Het
is net of men met een filmcamera er steeds bij stond te filmen. Dat komt omdat
het een verzonnen tafereel is.
“Hoeveel Armenen heb je afgeslacht? 10? Zo weinig maar. Ik heb dubbel
zoveel vermoord.”
Deze taferelen lijken op feesten, jubelen en plezier maken
door de Turken bij plegen gruwelijke misdaden op Armenen. Ze hebben gemeen dat men
de Turken zo aan de lezer als demonische figuren wil slijten.
De Ottomaans Turkse autoriteiten laten ook gevangenen vrij en verzoeken die om zich als “goede moslims” te gedragen voor naderende Armeense konvooien van de relocatie (pagina 315).
Dit is slechts een kleine greep aan verzonnen verhalen waarmee Henry Morgenthau Turken door het slijk haalde. Maar in zijn werk uit 1918 is er nog een kwaadaardige houding van hem tegen de Turken te vinden.
Slotopmerking voorgaande.
Als je deze verhalen leest lijkt het alsof de Turken
straffeloos van alles uithaalden met de Armenen. Ze lijken wel duivels die
tekeer gingen tegen weerloze medemensen.
Een bewezen leugenaar zoals deze Henry Morgenthau (van
diverse zijden zwart op wit vastgelegd) zal natuurlijk van alles uit zijn duim
zuigen. Die garantie heb je sowieso.
Maar hebben de Turken niks uitgespookt? Ja, ze hebben
gegarandeerd kwalijke dingen gedaan. Alleen door al die opsmuk en overdreven
onzin eromheen in deze verhalen krijg je neiging om er niks van te geloven. (zie
voorbeelden hiervoor zoals met trommels herrie maken)
Maar, nu komen we bij het meest belangrijke: diegene die
zich mee inlieten werden vervolgd. Dat is het cruciaal gegeven. Justitiële vervolging van Turken
en anderen die misdaden tegen Armenen pleegden. Daarbij zijn er ook betrokkenen
geëxecuteerd.
(deel IV)
No comments:
Post a Comment