Wednesday, September 26, 2012

Het vervalsen van de historie door de Fransen


In het vorige artikel besprak ik hoe de Fransen hun versie van 1915 met vervalsingen promootten. In Frankrijk is dat een traditie. Met de volgende voorbeelden wil ik dat laten zien.
 
De Slag van Alesia 

Op Franse scholen leren de schoolkinderen over hun Gallische held Vercingetorix en zijn heldhaftige strijd tegen Romeinen. In het jaar 52 voor de jaartelling versloeg het Romeinse leger onder leiding van Julius Caesar de Galliërs*. (De Fransen zien de Galliërs als hun voorvaderen)
*Misschien zijn de Franse stripverhalen met Asterix en Obelix een wraakactie om die Gallische nederlaag weg te poetsen. In die verhalen wordt het Romeinse leger als die van bangeriken en lafaards afgebeeld, de Galliërs daarentegen als helden.

De Gallische leider Vercingetorix die het opnam tegen Caesar had voor het eerst de Galliërs in een verbond bijeengebracht. De Franse keizer Napoleon III zag in hem een symbool om de Franse nationale identiteit en eenheid te belichamen. Hij liet daarom in 1864 per decreet vastleggen waar die beslissende veldslag uitgevochten zou zijn geweest.

Er waren vanaf het begin twijfels over deze door de staat vastgelegde locatie.
Dat zou volgens de officiële documenten in Alise-Sainte-Reine zijn geweest. In werkelijkheid is de plaats Chaux-des-Crotenay waarschijnlijker, bijna 150 kilometer verderop aan de Zwitserse grens. 


We hebben namelijk een directe getuige van die veldslag: Julius Caesar zelf. Hij hield van zijn veldtochten verslagen bij. In het verslag over zijn strijd tegen de Galliërs (‘De Bello Gallico’ / ’Over de Gallische oorlog’) komen we ook de slag van Alesia tegen. De door de Franse staat vastgelegde locatie komt niet overeen met de beschrijving van de Romeinse veldheer. 

Caesar schreef bijvoorbeeld dat de Galliërs zich in een goed verdedigbare hoge heuvel hadden verschanst. Een dergelijke heuvel komen we niet tegen in Alise-Sainte-Reine, maar in Chaux-des-Crotenay is het daarentegen wel terug te vinden. Caeser had het ook over een brede vlakte van ruim vier kilometer onderaan de heuvel, die in Alise-Sainte-Reine komt er niet mee overeen. 

Wat een orkestratie van de kant van Franse staat aantoont is de fraude die gepleegd is bij de opgravingen in Alise-Sainte-Reine.
Er werden destijds meldingen gemaakt van wel opvallend toevallige vondsten. Sommige ‘opgegraven’ materiaal was zelfs ervoor op veilingen gesignaleerd.
Een ander spoor van bedrog van de Franse staat is haar weigering om toestemming te geven voor opgravingen in de vermoedelijk juiste locatie te Chaux-des-Crotenay. Het is net of ze bang is dat haar bedrog boven water zal komen. 

Dat zou namelijk een enorm gezichtsverlies voor de Franse staat betekenen. Jarenlang werd het publiek en de schoolkinderen voorgehouden dat hun held Vercingetorix in Alise-Sainte-Reine de strijd aanging op een plaats, wat 150 kilometer naast blijkt te liggen. Om maar te zwijgen over het 75 miljoen euro kostende Alesia museum die er in maart 2012 haar deuren had geopend. 

(Opvallende is dat de Fransen een verloren veldslag nemen als oriëntatie voor hun identiteit en eenheidsgevoel. Zo iets werkt door in de psyche van een natie. Dat leidt tot een verliezermentaliteit. De verloren Duits-Franse oorlog van 1870 en de ene na andere Franse nederlagen in diverse andere oorlogen lijken daar een voorbeeld van. Vergelijk de Serviërs die een verloren slag in 1389 (Slag op het Merelveld) hoog aanslaan.


-Lees verder in deel II -

Wednesday, September 19, 2012

Lessen in haat (III)


(vervolg van deel II)
 

Frankrijk heeft deze maand nieuwe stappen ondernomen in het onderwijzen van de Armeense verhalen. Op middelbare scholen krijgen de leerlingen nu onderricht in wat de Armeense propaganda verkondigt over 1915. Het brainwashen van de leerlingen is nu dus officieel ingevoerd.

Hoe ze dat op de Franse scholen doen is zo verwerpelijk als maar kan.
Het blijkt dat ze de Andonian-documenten gebruiken om de kinderen wijs te maken dat de Turken genocidedaders waren geweest.
 

Maar die documenten zijn regelrechte vervalsingen. Je komt er bijvoorbeeld telegrammen tegen waarin de Ottomaanse minister Talaat Pasja openlijk beveelt om de Armenen uit te roeien. 
Als ze echt waren geweest, zouden de Andonian-documenten het ultieme bewijs zijn geweest. 

Dat voorstanders van de Armeense claim zoals 
Erik-Jan Zürcher de echtheid van die documenten betwijfelen was al een voorteken. Maar het feit dat de charlatan-club IAGS met geen woord rept over dat ‘bewijs’ spreekt boekdelen.

Die club schrijft dat hun Armeense genocide uitgebreid is gedocumenteerd en bewezen. Ze noemen in hun lijst (zie pdf-link in het hiervoor gemelde artikel) het gebruikelijke materiaal zoals de bekende publicatie van de Britse Leugenfabriek, maar reppen met geen enkel woord over de Andonian-documenten. Mogelijk vonden ze die documenten te ver gaan in hun bedrog en wilden ze zich niet teveel blameren.
 

Dat Frankrijk zich met zulk praktijken in laat, geeft het niveau aan waarin dit land zich heeft begeven. Wat er zich nu daar op scholen afspeelt is nagenoeg hetzelfde als onder de nazi’s. In Nazi Duitsland werd met de meest dubieuze leugens de kinderen wijsgemaakt dat bijvoorbeeld de Joden slecht waren. Datzelfde zien we nu dus in Frankrijk. Er is al een lange traditie van antipathie tegen de Turken*, dat wordt in Frankrijk nu verder aangewakkerd.
* Zie bijvoorbeeld hun tegenstand tegen de EU-toetreding van Turkije of de miljoenen stemmen voor extreem-rechts. Het is mogelijk dat de Fransen een onbewuste herinnering hebben aan hun falen in het koloniseren van zuid-Anatolië. Onder leiding van Mustafa Kemal Pasja werden ze toen samen met hun Armeense vazallen in de pan gehakt.

Dat dit land met leugens en bedrog historische kwesties de burgers door de strot duwt is normaal. Zie de serie Het vervalsen van de historie door de Fransen.

(deel IV)

Wednesday, September 12, 2012

Heeft het Nederlands parlement een Armeense 'genocide’ erkend?


Volgens de (pro-)Armeense propaganda zou het Nederlands parlement een Armeense genocide erkend hebben. Ze verwijzen daarbij naar de motie Rouvoet uit 2004. Iedereen gaat van uit dat hun bewering klopt. Ten onrechte blijkt het.

In een artikel over de affaire met de Turkse kandidaten in de aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 2006 was het volgende te lezen:

Volgens haar zegt het stuk alleen "dat het onderwerp bij onderhandelingen met Turkije moet worden aangekaart". "Die motie zegt niet dat het parlement erkent dat er een genocide was." 

(‘Albayrak ergert zich aan hypocrisie Armenië-discussie’, Algemeen Dagblad van 15 oktober 2006).

Dit is de tekst van de motie die de christenfundamentalist Rouvoet had ingediend:

Nr. 270 MOTIE VAN HET LID ROUVOET C.S.
Voorgesteld 21 december 2004
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de Europese Raad, bijeen in vergadering op 16 en17 december 2004 te Brussel, heeft besloten tot de start van de toetredingsonderhandelingen met Turkije per 3 oktober 2005;

constaterende, dat de Europese Raad in haar conclusies heeft vastgelegd dat met Turkije een intensieve politieke en culturele dialoog wordt aangegaan, waarbij ook het maatschappelijk middenveld wordt betrokken, teneinde het wederzijds begrip te verbeteren door mensen samen te brengen (conclusie 23);

van mening, dat daar onlosmakelijk mee verbonden is een eerlijke omgang met de eigen geschiedenis van een kandidaat-lidstaat;

verzoekt de regering om binnen het kader van deze dialoog met Turkije voortdurend en nadrukkelijk de erkenning van de Armeense genocide aan de orde te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.
Rouvoet [ChristenUnie]

[met handtekeningen van:]
Van Bommel [SP]
Van der Staaij [SGP]
Van der Laan  [D66]
Van Baalen [VVD]
Herben [LPF]
Duyvendak  [GroenLinks]
Wilders [had zich van VVD afgescheiden: éénmansfractie]

Het parlement vraagt dus aan de Nederlandse regering om de Armeense nongenocide aan te kaarten tijdens de onderhandelingen voor toetreding van Turkije in de EU. Er staat niet expliciet bij dat het Nederlandse parlement een Armeense genocide erkent.

In de uitleg van (pro-)Armenen lijkt het alsof er een stap is overgeslagen. Dat van een aparte expliciete erkenning door het Nederlandse parlement, die ontbreekt. Pas na zo’n expliciete erkenning kan ernaar verwezen worden zoals in de motie uit 2004 te lezen is.

We zien geen expliciete parlementaire erkenningen zoals bijvoorbeeld toen het Europese Parlement in 1987 voor de Armeense lobby knielde. Je leest in die resolutie bijvoorbeeld:

We geloven dat de tragische gebeurtenissen tussen 1915-1917 die de Armenen in het Ottomaanse Rijk troffen, een genocide was...

Daarom denk ik ook dat de hetze tegen de Turkse kandidaten gebaseerd was op valse voorstelling van zaken door de Armeense G-maffia. De Armeense lobby voerde die campagne aan met een verwijzing naar de motie Rouvoet. Zo van ‘CDA/PvdA, jullie erkenden het in 2004, dus die kandidaten moeten het ook erkennen’

Die partijen liepen erna als bange wezels achter die bewering aan en offerden hun Turkse kandidaten op.


Saturday, September 8, 2012

Afrekenen met PvdA (en CDA)


Dit artikel is een overzicht van wat er zich heeft afgespeeld rond de verkiezingen voor de Tweede Kamer in najaar 2006. Enkele artikelen heb ik erover geschreven zoals ‘Armeense geNOVAcide’ en ‘ChristenUnie: de stalinknechten‘.

Ik wil met dit artikel laten zien hoe de Armeense genocidemaffia de Nederlandse politiek destijds naar zijn hand zette. De Turken die door hun machinaties zijn benadeeld, hebben in de verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september aanstaande de gelegenheid om de rekeningen te vereffenen met hun knielers.

Vanuit de Armeense genocidemaffia in Nederland waren er plannen gestart om het ontkennen van de Armeense leugens te bestraffen.
Hun christenfundamentalistische knecht ChristenUnie had daartoe in juni 2006 een wetsvoorstel ingediend. Om een beetje geloofwaardig over te komen hadden ze de LBR (Landelijke Bureau Racismebestrijding) en de CIDI (deze bestrijdt antisemitisme en dergelijke) voor hun plannen omgepraat. Wat een domoren die waren is hier op na te lezen ‘Afkeer van buitenlanders en de ChristenUnie‘.

Wetsvoorstellen worden in de Tweede Kamer in stemming gebracht. Alleen: er was kans dat er dan ongewenste vragen gesteld konden worden waardoor deze pro-Armeense plannen averij konden oplopen.
Op 22 november 2006 waren er namelijk nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer. Enkele Turks-Nederlandse kandidaten met een kritische visie op de Armeense leugens maakten kans op een zetel.
Het betrof onder meer Erdinc Saçan van de PvdA, Ayhan Tonca en Osman Elmaci van de CDA*.
* Er was nog Turks-Nederlandse CDA-kandidaat, Coskun Çörüz, maar van die slaaf hoefden de 1915-stalinisten niets te vrezen (hij is een knieler van de Armeense leugens).

De Armeense genocidemaffia geleid door de FAON-stalinisten begon daarop een actie om deze en andere Turks-Nederlandse kandidaten kapot te maken. (FAON: Federatie Armeense Organisaties Nederland)

Er werd een ware heksenjacht op deze Turken geopend. Allereerst werd de CDA door deze maffia aan de tand gevoeld over hun Turkse kandidaten. Via een persbericht kregen ook andere Nederlandse politieke partijen een verzoek om te rapporteren hoe de kandidaten van Turkse afkomst over deze Armeense verhalen dachten.
De media deden driftig mee in deze heksenjacht. Strekking van hun pro-Armeense artikelen was ‘wat een schande, die Turken durven de Armeense verhalen te bekritiseren’. Op tv werden de kandidaten als nazi’s afgeschilderd zoals Ayhan Tonca.

De Nederlandse publieke opinie werd zo gemobiliseerd voor de standpunten van de Armeense lobby. Onder deze druk gingen de politieke partijen van hun Turkse kandidaten eisen dat ze de Armeense beweringen erkenden. Ze moesten dus zeggen dat hun voorouders nazi’s waren geweest.
De drie belaagde Turkse kandidaten deden een knieval door te stellen dat als ze in december 2004 in de Tweede Kamer hadden moeten stemmen voor de motie Rouvoet*, ze de mede-partijleden hadden gevolgd (die hadden voor gestemd).
* Erkenning door het Nederlandse parlement van een Armeense pseudogenocide.
 UPDATE: geen expliciete erkenning in feite, zie volgende artikel.

Maar hun geweten speelde op. Zich moeten inschikken in deze leugens om hun partij-bazen te plezieren zat ze dwars. Toen Turkse kranten met ze spraken kwamen ze erop terug.

Daarop roken de piçler van FAON bloed. CDA en PvdA werden onder druk gezet om Erdinc Saçan, Ayhan Tonca en Osman Elmaci te verwijderen uit hun kandidatenlijst voor de Twee Kamer-verkiezingen. Die partijen gaven toe en knielden voor de Armeense stalinisten.

Zij moesten vertellen dat hun voorouders nazi's waren. Weigerden en werden geofferd om de Armeense genocidemaffia te plezieren.

Er was één partij die niks moest hebben van deze stalinistische praktijken: D66. FAON wilde namelijk ook van ze weten hoe het zat met hun kandidaat Fatma Koşer Kaya. D66 had één antwoord voor ze: ‘Tief maar lekker op. Aan jullie praktijken doen we niet mee.’

Het gevolg was duidelijk:
Turken hadden gezien hoe de Armeense genocidemaffia hun kandidaten kapot maakten met medewerking van de slaven van CDA/PvdA. Ze gaven hun stem aan D66 omdat die ruggengraat toonde. CDA/PvdA werden dus door de Turks-Nederlandse gemeenschap afgestraft voor hun slavenmentaliteit.

Erna begon een nieuwe lastercampagne van deze stalinisten en hun supporters. De Turkse staat zou volgens hen via email opgeroepen hebben om op D66 te stemmen. Later kwam boven water dat dit zogenaamde stemadvies van de Turkse staat een verzonnen bericht was. Men probeerde zo het succes van de Turks-Nederlandse gemeenschap te discrediteren (zie Armeense geNOVAcide).

(De verkiezingen van 13 september 2012 naderen, daarom ga ik erop in)
Sinds enkele weken is de PvdA begonnen aan een inhaalrace en zit ze de VVD op de hielen om de grootste partij te vormen. Dat is belangrijk omdat de partij met het grootste aantal zetels een regering mag samenstellen.

UPDATE: 
Uitslag van de verkiezingen: VVD werd de grootste partij met 41 zetels, gevolgd door de PvdA met 38 zetels.


Voor de Turkse kiezer is er nu gelegenheid om met de PvdA af te rekenen. De Turks-Nederlandse gemeenschap kan beslissen over 3-4 Kamerzetels. Dat betekent dat ze PvdA ervan kunnen afhouden om de grootste partij te vormen.

PvdA heeft in de verkiezingen van 2006 onder druk van de Armeense genocidemaffia de Turkse kandidaten op schandalige wijze behandeld (met name Erdinc Saçan). Ik heb nog altijd geen excuses van ze gehoord. Zolang de PvdA geen excuses maakt aan de Turkse gemeenschap, heeft ze ook geen recht op een Turks stem. (CDA heeft er ook geen recht op, maar die is nu niet een belangrijke partij)

Ik roep daarom de Turkse organisaties op om de Turks-Nederlandse gemeenschap te adviseren niet op PvdA (en CDA) te stemmen. 
Ze verdienen de Turkse stem niet vanwege hun machinaties tegen de Turkse kandidaten in 2006. Dit zolang ze geen excuses bieden voor de Turks-Nederlandse kandidaten die ze hebben geslachtofferd om de Armeense G-maffia te plezieren. D66 zou als alternatief kunnen dienen, te meer daar die niet boog voor de druk van de Armeense lobby. 

Laten zien dat er met de Turkse gemeenschap niet valt te sollen. Een voorbeeld stellen.