Saturday, February 17, 2007

Armeense geNOVAcide


Van Nova hebben we meer gezien (zie eerdere gerommel van ze in Nova en de Armeense genocide):

* In de aanloop naar de 2de Kamerverkiezingen
Toen in november 2006 Nederlands Turkse kandidaten voor 2de Kamerverkiezingen kennismaakten met de stalinpraktijken van de Armeense lobby, sprong Nova erboven op.

E
én van deze kandidaten was Ayhan Tonca die door Nova werd afgeschilderd als een holocaust-ontkenner.
(te zien in 
http://www.novatv.nl/index.cfm?ln=nl&fuseaction=videoaudio.details&reportage_id=4636 -"Kandidaat-Kamerlid Tonca (CDA) in opspraak" -20 september 2006)

Nova ging daarbij geniepig te werk:
Zij mixte de keren waarin Tonca in tv-programma’s de Armeense bewering verwierp met vragen aan Armenen en hun sympathisanten waarin ze gevraagd werd of "de Armeense genocide te vergelijken was met de holocaust?"

Effect was dat de heer Tonca aan de kijker als een holocaust-ontkenner werd verkocht.
En deze streek die Nova uithaalde werkt natuurlijk door bij CDA, de partij van Tonca. Ze hebben hem erna van de kandidatenlijst gehaald. CDA had namelijk van kijkers en potentiële stemmers boze reacties ontvangen ("hoe kunt u een dergelijke nazi-verheerlijker in uw kandidatenlijst opnemen!").

Daar meer media meededen werden nog een paar andere Nederlands Turkse kandidaten het slachtoffer van deze lasterpraktijken.
We kregen te horen dat deze kandidaten het partijstandpunt ("er had een Armeense genocide plaatsgehad") niet onderschreven. De werkelijke reden was dat kiezers door de media op het verkeerde been waren gezet zoals Nova deed. Waarna de politieke partijen te maken kregen met boze reacties. CDA (en overigens ook PvdA) haalden bakzeil onder deze druk en schrapten hun Nederlands Turkse kandidaten van de lijst. E
én partij deed niet mee aan deze hysterie: D66.


* De email-affaire van 7 december 2006
In de verkiezingen van de 2de Kamer kreeg de Nederlands Turkse D66-kandidate Fatma Koser Kaya veel voorkeursstemmen vanuit de Nederlands Turkse gemeenschap. Ondanks een onverkiesbare plaats (D66 kreeg 3 zetels, ze stond op plaats 6) kon ze door de ruim 30.000 voorkeursstemmen in de 2de Kamer.
Nova bracht een reportage uit waarin ze claimde dat de Turkse staat deze gemeenschap stemadvies zou hebben gegeven.
(zie 
http://www.novatv.nl/index.cfm?ln=nl&fuseaction=videoaudio.details&reportage_id=4782 - "Turkse staatsbemoeienis met de Nederlandse verkiezingen")
Dat kan natuurlijk niet, inmenging in binnenlandse aangelegenheden.
De zaak blijkt door ene Nuri Karabulut (voorzitter van de Turkse arbeidersvereniging DIDF) bij Nova gemeld te zijn (zie
http://www.parool.nl/nieuws/2006/DEC/08/bin1.html). Deze vereniging is een extreemlinkse beweging met voornamelijk Koerdische leden. Voor dergelijke lieden is zwartmaken van de Turkse staat natuurlijk een gewilde activiteit.
Tenslotte bleek Nova’s claim uit de lucht gegrepen te zijn geweest.
Doel van deze uitzending in Nova was om het succes van de Nederlands Turkse gemeenschap te discrediteren. Zij hadden immers laten zien dat ze niet ingenomen waren met de stalinpraktijken tegen hun kandidaten voor de Tweede Kamerverkiezingen. Hierbij werd Turkije een kwalijke rol toegedicht.


* Het bedrijven van propaganda voor de Armeense visie
In een andere uitzending ("Ayhan Tonca blikt terug", 28 december 2006, zie
http://www.novatv.nl/index.cfm?ln=nl&fuseaction=videoaudio.details&reportage_id=4819&selectArchiveDay=5) kreeg de heer Tonca gelegenheid om zijn mening te geven over de hysterie die er in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen had geheerst.

Tonca gaf aan dat hij door Nova als een Holocaust-ontkenner was afgeschilderd. Onterecht natuurlijk, de Armeense “genocide” dient volkenrechterlijk nog bewezen te worden via een internationaal tribunaal. Uitspraken van parlementariërs en romanschrijvers dat er wel een genocide zou hebben plaatsgevonden, zijn juridisch van geen enkele waarde.

Het opvallende van wat Nova doet zijn de links die ze geeft bij deze reportage (zie hiervoor genoemde link). Eén ervan is “Armeense genocide”.
Je komt dan uit bij de wikipedia-link over deze kwestie. In wikipedia kan iedereen eigen teksten in artikelen intypen. Hierbij letten wiki-moderatoren op juiste gang van zaken. En laat juist deze wiki-pagina gecontroleerd worden door wiki-redacteuren die sympathiseren met de Armenen.
Zij zorgen ervoor dat kritische geluiden op de Armeense geenocide minimaal blijven. Over deze wanpraktijken op wikipedia kom ik nog terug.

Saturday, February 10, 2007

De valsspeler prof. René Diekstra


René Diekstra is een voormalige professor in de psychologie. Hij bleek een fraudeur te zijn geweest, waarna hij oneervol ontslagen werd door zijn universitaire werkgever. Zie hierover een artikel over zijn plagiaat-verleden:
http://wwwutnws.utwente.nl/utnieuws/data/31/38/over.html (artikel van universiteit van Twente)
Het doek is dan toch gevallen voor psychologieprofessor René Diekstra. De Rijksuniversiteit Leiden heeft de geliefde veelschrijver ontslag verleend nu een heuse wetenschappelijke commissie tot de conclusie is gekomen dat de Diekstra voorgeworpen beschuldigingen van plagiaat terecht zijn."

Plagiaat is stukken uit andermans werken (zoals artikelen en boeken) jatten en het in eigen werken opnemen. Daarna doen dergelijke bedriegers alsof het hun eigen ideeën zijn. In de wetenschappelijke kringen is dergelijke gedrag uit den boze, je wordt dan streng gestraft (ontslag of collega’s kijken je niet meer aan).

Deze plagiaatpleger blijkt de theorie van de Armeense genocide omarmd te hebben. Het is logisch dat een fraudeur zich aangetrokken voelt tot deze Armeense aantijging.
 

Hij schreef diverse columns erover. Zoals in Rotterdams Dagblad en de Staatscourant (een blad die ondermeer nieuw aangenomen wetten en dergelijke publiceert).

Wanneer je een beschuldiging bij anderen aannemelijk wil maken, dan is het negatief uitbeelden of demoniseren van het slachtoffer een methode om dat te vergemakkelijken. (deze techniek wordt vooral in oorlogspropaganda gebruikt, is overigens ook in de Eerste Wereldoorlog toegepast tegen de Turken met de Armenen).

Voor het onderbouwen van de kwaadaardigheid van de Turken gebruikte Diekstra, een vervalst citaat over opeisen levensverzekeringsgelden van Armeense slachtoffers door de Turken.
 

Om deze negatieve eigenschappen van de Turken verder te benadrukken bediende hij zich van de Armeense propaganda in welke de Turken aan de nazi’s gekoppeld worden.
 

Als je een volk zwart wil maken, dan zijn de nazi’s de beste koppelingsvoorbeelden. Volgens 
Diekstra stonden zogenaamde Armeense concentratiekampen model voor Auschwitz. Hier is dus geen enkel bewijs voor, een uit de lucht gegrepen aantijging.
Het bekende citaat dat aan Hitler wordt toegeschreven ontbrak ook niet in Diekstra’s artikel (“Wie geeft er nu nog om de Armenen?”). Dat citaat is dus een vervalsing, zie vorige weblog-artikel


Op deze oneerlijke praktijken is Diekstra daarom door de Turkse organisatie Turks Forum naar de klachtencommissie van journalisten gesleept. Daarin werden zijn praktijken aan de kaak gesteld. Zaak werd niet ontvankelijk verklaard, klacht zou te laat ingediend zijn. In ieder geval wist Diekstra dat hij niet zomaar de Turkse gemeenschap kon blijven lasteren.
Eind januari 2007 gaf hij de brui aan, hij wil niet meer over de Turks-Armeense kwestie publiceren (http://www.villamedia.nl/n/nieuwsarchief/2007jan.htm).
Hij beweert dat hij door de moord op Hrant Dink geschrokken is en zich bedreigd voelt. 

Waarschijnlijk was bij bang dat zijn plagiaatverleden weer opgerakeld zou worden als hij bleef doorgaan met deze Armeense leugenocide. Het is immers pijnlijk als je continue aan deze bedriegerspraktijken herinnerd wordt.


Prooi van de Armeense genocidemaffia: Talaat Pasja


Een geliefd slachtoffer van de Armeense genocidemaffia is Talaat Pasja. Deze was de Ottomaanse minister van Binnenlandse Zaken tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij werd later in 1921 door een Armeense doodseskader omgebracht. Talaat Pasja had als minister besloten om uit landsbelang de Ottomaanse Armenen weg te voeren naar gebieden waar ze minder gevaar opleverden.

Talaat Pasja wordt in de pro-Armeense literatuur als een demon afgeschilderd. Hem worden allerlei kwaadaardige uitspraken toegeschreven. Al deze zijn verzonnen. Een heel bekende vervalste citaat van hem is wanneer hij levensverzekeringsgelden van omgekomen Armenen opvraagt.

Dat komt ter sprake in een gesprek met de Armeense icoon Henry Morgenthau. Deze was de ambassadeur van de VS in Istanbul. Hij heeft diverse keren met Talaat Pasja gesproken. Van zijn belevenissen had Morgenthau in 1918 een boek gepubliceerd met de titel "Ambassador Morgenthau’s Story” (vertaald: "Het verhaal van ambassadeur Morgenthau").

Dat van opvragen levensverzekeringsgelden door Talaat Pasja heeft Morgenthau in zijn boek als volgt verwoord
(vertaling uit pagina 339 in originele Engelstalige uitgave):
"Ik wil graag," zei Talaat, "dat u de Amerikaanse levensverzekeringsmaatschappijen er toe beweegt om ons een complete lijst te sturen van al hun Armeense polishouders. Ze zijn praktisch allemaal dood nu en er zijn geen erfgenamen meer om het geld te innen. Het vervalt daarom allemaal aan de staat. De regering is nu de begunstigde. Wilt u dat doen?'' Dat was me te veel en ik verloor mijn zelfbeheersing. "U zult zo'n lijst niet van mij krijgen,'' zei ik, stond op en vertrok.

Maar wat blijkt? Morgenthau heeft dit gesprek uit zijn duim gezogen. Professor Heath Lowry had een analyse gemaakt van dat boek van Morgenthau. (“The Story Behind Ambassador Morgenthau’s Story”* uit 1990).
* Vertaald: ”Het verhaal achter het verhaal van ambassadeur Morgenthau”. 
(je kan het online vinden in http://www.tallarmeniantale.com/morgenthau-story.htm, gebruik anders Google-cache versie)

Morgenthau maakte voor zijn boek gebruik van eerder verzonden telegrammen, brieven en dagboek-aantekeningen tijdens zijn verblijf in Istanbul.


Professor Lowry is de beweringen van Morgenthau in “Ambassador Morgenthau’s Story” via die brieven en dergelijke na gaan lopen. En hij stuitte op ene na andere vervalsing en bedrog van Henry Morgenthau.

Waaronder de aan Talaat Pasja toegeschreven citaat. Het blijkt een verzonnen gesprek te zijn om zo Talaat Pasja in kwaad daglicht te plaatsen. Via dit gefingeerde gesprek probeert 
Morgenthau* een harteloosheid en wrede aard aan Talaat Pasja toe te kennen.
* Liegende Morgenthau: vergelijk zijn uit de duim gezogen verhaal over de Spaanse Inquisitie.

De Armeense genocidemaffia grossiert met vervalsingen. Dit vervalste citaat van Morgenthau over Talaat Pasja is één van hun favorieten.





Gerelateerd (de moord op Talaat Pasja):


De vervalste Hitler-citaat


Deze citaat krijgt onze aandacht daar Armenen en hun aanhangers er veelvuldig gebruik van maken. Hitler zou in een toespraak op 22 augustus 1939 in Obersalzburg naar het lot van de Armenen hebben verwezen.

Deze aan Hitler toegeschreven citaat is door een correspondent van Associates Press, Louis P. Lochner, de wereld in gebracht. Hij beweerde een kopie van notities van admiraal Wilhelm Canaris van de toespraak van Hitler van een informant gekregen te hebben.

Deze citaat gebruiken de Armenen en hun volgers om aan te tonen dat Hitler bij zijn uitroeiingsplannen op de joden, geïnspireerd zou zijn door de “Armeense genocide”. Zo probeert men een koppeling naar de joodse Holocaust te maken.
Het deel van zijn toespraak dat steeds geciteerd wordt, luidt in Lochners document als volgt:
“Dienovereenkomstig, heb ik mijn doodskop formaties in gereedheid laten brengen - voorlopig alleen in het Oosten - met de opdracht om genadeloos en zonder erbarmen dood te zaaien over mannen, vrouwen en kinderen van Poolse afkomst en moederstaal. Alleen op deze manier zullen we de leefruimte (Lebensraum) verwerven die we nodig hebben. Wie heeft het tegenwoordig nog over de Armenen?

In de Neurenbergprocessen tegen de nazi’s werd de Obersalzberg-toespraak van Hitler behandeld. Van die toespraak bleken er drie ooggetuigenverslagen te bestaan:
• aantekeningen van admiraal Hermann Boehm
• dagboek-aantekeningen van generaal Halder
• memorandum in verslagen Obercommando Wehrmacht Flensburg

Het betrof originele stukken. Er was in deze ooggetuigenverslagen niets te vinden over Hitlers beweringen over Armenen. Daarnaast had de aanklager Alderman zelf twijfels over de herkomst van Lochners document. Hij zag daarom van af om het als bewijs te gebruiken. 

Doordat men slaafs de onware beweringen Armenen en sympathisanten volgt, krijgen we nu pijnlijke situaties:

• Tientallen Congresleden veroordeelden Turkije op 24 april 1984 voor de “Armeense genocide”. Klakkeloos maakten ze daarbij gebruik van de vervalste Hitlercitaat.
• In de VS wordt de citaat in onderwijsmateriaal over de Holocaust gebruikt.
• De VS Holocaust Memorial Museum (opgericht ter herinnering aan de joodse Holocaust) heeft een gedenkplaat met de vervalste Hitlercitaat opgenomen….
 


Saturday, February 3, 2007

De bastaard van Istanbul


Romanschrijvers werken met hun fantasie. Wie dat goed doet kan succes boeken. Zo heeft de Turkse schrijver Orhan Pamuk een Nobelprijs binnengehaald. Hij zal zich wel thuis voelen bij de club van aanhangers van de Armeense “genocide”. Het wemelt er van fantasten en leugenaars.

Hoe het gesteld is met de houding van Pamuk over de Turks-Armeense kwestie bleek uit een toespraak van hem. In de tv-uitzending (Nova, 9 november 2005) sprak Pamuk een gehoor toe bij de ontvangst van Vredesprijs van de Duitse boekhandel. Daarin zei hij het volgende:
“Ik vind dat een Turkse schrijver zijn werk niet goed doet als hij niet vertelt over de minderheden en de duistere kant van de verborgen geschiedenis.”
Hij gebruikte twee elementen die de onze aandacht trekken: “duistere kant” en “de verborgen geschiedenis”. 
 Pamuk, wat ben je “vergeten”? De duistere kant van de verborgen geschiedenis’: die van de Armenen. En wel: Hoe deze arme Armenen onder Turkse vrouwen en kinderen hadden huisgehouden:
(bron foto's: http://www.ermenisorunu.gen.tr/english/album/ana4.html en verder)

En:
van vele getuigen hebben we verslagen van dit slagerswerk Armenen:


In het Algemeen Handelsblad (een voorloper van het dagblad NRC) van 25 mei 1920 schreef een Oostenrijkse journalist erover.

In de Eerste Wereldoorlog hadden de Armenen samen met hun Russische meesters Turkse gebieden in Oost-Anatolië bezet. Later trokken de Russen zich terug. De Armeense soldaten en militieleden bleven achter.
We lezen in zijn artikel:

“Na den terugtocht van het Russische leger, die op de Russische vreede volgde, namen de troepen van het z.g. Armeensche leger, de militaire operaties in de bezette Turkse gebieden over. Gedurende de Russische bezetting beschermden de Russen het leven en eigendommvan de Turken. Wat na dan terugtocht van de Russen gebeurd is, is hartverscheurend. De kleine Turksche nederzettingen werden door de benden van generaals Adronits en Murat tot den laatsten man afgemaakt, kerken tot den laatsten steen vernield.”
“Ik heb in Erzincan ruines gezien, waar honderden lijken van gewurgde Turken lagen tusschen de puinhoopen. Ik heb licht laten schijnen in putten, die vol lijken waren. Ik heb met eigen ogen gezien, dat graven open gemakt werden, waarin mannen-en vrouwenlijken overelkaar lagen, bij honderden. Wie hadden dit gedaan? Die overwinnende Armeniers.”

Dit artikel is ook te vinden in 
www.nrc.nl/redactie/weblogs/wereld/artikel_handelsblad.doc (of snelle weergave als je het niet gedownload wilt hebben). De Oostenrijkse journalist Stephen Steiner bleek de getuige te zijn die dit had vastgelegd, zie in http://www.tallarmeniantale.com/austrian-witness.htm.

Wanneer pijnlijk zaken van de zogenaamde Armeense genocide, zoals het slagerswerk van Armenen op Turkse vrouwen en kinderen gezien moet worden, kijken aanhangers van de Armenen de andere kant op. Een genocide met dergelijke pijnlijke beschrijvingen is immers onverkoopbaar.