Wednesday, October 3, 2012

Het vervalsen van de historie door de Fransen (II)


(vervolg van deel I)

Jeanne d’Arc


Het ziet ernaar uit dat de Fransen nog een andere historische gebeurtenis hebben herschreven: de dood van hun heldin Jeanne d’Arc. Zij had de Fransen van de ondergang gered in de Honderdjarige Oorlog tegen de Engelsen.

Officieel is ze in 1431 de martelaarsdood op de brandstapel gestorven. Maar e
r blijken originele documenten te bestaan waarin ze jaren erna nog springlevend is. Deze documenten dateren bijvoorbeeld uit 1436 of 1437, dus enkele jaren na haar officiële dood. Het gaat niet om één of enkele documenten, maar bijna 20 ervan reppen over een nog levende Jeanne d’Arc na 1431.



Officieel kwam Jeanne d’Arc op deze manier aan haar einde


In het artikel ‘Jeanne D'Arc Herrezen’ van dr. E.B. Strenda wordt er uitvoerig op deze verdraaide Franse historie ingegaan. National Geopgraphic Channel heeft ook een docu aan deze kwestie besteed (‘Ancient X-Files - Joan Of Arc Conspiracy’).



-Lees verder in deel III -

Wednesday, September 26, 2012

Het vervalsen van de historie door de Fransen


In het vorige artikel besprak ik hoe de Fransen hun versie van 1915 met vervalsingen promootten. In Frankrijk is dat een traditie. Met de volgende voorbeelden wil ik dat laten zien.
 
De Slag van Alesia 

Op Franse scholen leren de schoolkinderen over hun Gallische held Vercingetorix en zijn heldhaftige strijd tegen Romeinen. In het jaar 52 voor de jaartelling versloeg het Romeinse leger onder leiding van Julius Caesar de Galliërs*. (De Fransen zien de Galliërs als hun voorvaderen)
*Misschien zijn de Franse stripverhalen met Asterix en Obelix een wraakactie om die Gallische nederlaag weg te poetsen. In die verhalen wordt het Romeinse leger als die van bangeriken en lafaards afgebeeld, de Galliërs daarentegen als helden.

De Gallische leider Vercingetorix die het opnam tegen Caesar had voor het eerst de Galliërs in een verbond bijeengebracht. De Franse keizer Napoleon III zag in hem een symbool om de Franse nationale identiteit en eenheid te belichamen. Hij liet daarom in 1864 per decreet vastleggen waar die beslissende veldslag uitgevochten zou zijn geweest.

Er waren vanaf het begin twijfels over deze door de staat vastgelegde locatie.
Dat zou volgens de officiële documenten in Alise-Sainte-Reine zijn geweest. In werkelijkheid is de plaats Chaux-des-Crotenay waarschijnlijker, bijna 150 kilometer verderop aan de Zwitserse grens. 


We hebben namelijk een directe getuige van die veldslag: Julius Caesar zelf. Hij hield van zijn veldtochten verslagen bij. In het verslag over zijn strijd tegen de Galliërs (‘De Bello Gallico’ / ’Over de Gallische oorlog’) komen we ook de slag van Alesia tegen. De door de Franse staat vastgelegde locatie komt niet overeen met de beschrijving van de Romeinse veldheer. 

Caesar schreef bijvoorbeeld dat de Galliërs zich in een goed verdedigbare hoge heuvel hadden verschanst. Een dergelijke heuvel komen we niet tegen in Alise-Sainte-Reine, maar in Chaux-des-Crotenay is het daarentegen wel terug te vinden. Caeser had het ook over een brede vlakte van ruim vier kilometer onderaan de heuvel, die in Alise-Sainte-Reine komt er niet mee overeen. 

Wat een orkestratie van de kant van Franse staat aantoont is de fraude die gepleegd is bij de opgravingen in Alise-Sainte-Reine.
Er werden destijds meldingen gemaakt van wel opvallend toevallige vondsten. Sommige ‘opgegraven’ materiaal was zelfs ervoor op veilingen gesignaleerd.
Een ander spoor van bedrog van de Franse staat is haar weigering om toestemming te geven voor opgravingen in de vermoedelijk juiste locatie te Chaux-des-Crotenay. Het is net of ze bang is dat haar bedrog boven water zal komen. 

Dat zou namelijk een enorm gezichtsverlies voor de Franse staat betekenen. Jarenlang werd het publiek en de schoolkinderen voorgehouden dat hun held Vercingetorix in Alise-Sainte-Reine de strijd aanging op een plaats, wat 150 kilometer naast blijkt te liggen. Om maar te zwijgen over het 75 miljoen euro kostende Alesia museum die er in maart 2012 haar deuren had geopend. 

(Opvallende is dat de Fransen een verloren veldslag nemen als oriëntatie voor hun identiteit en eenheidsgevoel. Zo iets werkt door in de psyche van een natie. Dat leidt tot een verliezermentaliteit. De verloren Duits-Franse oorlog van 1870 en de ene na andere Franse nederlagen in diverse andere oorlogen lijken daar een voorbeeld van. Vergelijk de Serviërs die een verloren slag in 1389 (Slag op het Merelveld) hoog aanslaan.


-Lees verder in deel II -

Wednesday, September 19, 2012

Lessen in haat (III)


(vervolg van deel II)
 

Frankrijk heeft deze maand nieuwe stappen ondernomen in het onderwijzen van de Armeense verhalen. Op middelbare scholen krijgen de leerlingen nu onderricht in wat de Armeense propaganda verkondigt over 1915. Het brainwashen van de leerlingen is nu dus officieel ingevoerd.

Hoe ze dat op de Franse scholen doen is zo verwerpelijk als maar kan.
Het blijkt dat ze de Andonian-documenten gebruiken om de kinderen wijs te maken dat de Turken genocidedaders waren geweest.
 

Maar die documenten zijn regelrechte vervalsingen. Je komt er bijvoorbeeld telegrammen tegen waarin de Ottomaanse minister Talaat Pasja openlijk beveelt om de Armenen uit te roeien. 
Als ze echt waren geweest, zouden de Andonian-documenten het ultieme bewijs zijn geweest. 

Dat voorstanders van de Armeense claim zoals 
Erik-Jan Zürcher de echtheid van die documenten betwijfelen was al een voorteken. Maar het feit dat de charlatan-club IAGS met geen woord rept over dat ‘bewijs’ spreekt boekdelen.

Die club schrijft dat hun Armeense genocide uitgebreid is gedocumenteerd en bewezen. Ze noemen in hun lijst (zie pdf-link in het hiervoor gemelde artikel) het gebruikelijke materiaal zoals de bekende publicatie van de Britse Leugenfabriek, maar reppen met geen enkel woord over de Andonian-documenten. Mogelijk vonden ze die documenten te ver gaan in hun bedrog en wilden ze zich niet teveel blameren.
 

Dat Frankrijk zich met zulk praktijken in laat, geeft het niveau aan waarin dit land zich heeft begeven. Wat er zich nu daar op scholen afspeelt is nagenoeg hetzelfde als onder de nazi’s. In Nazi Duitsland werd met de meest dubieuze leugens de kinderen wijsgemaakt dat bijvoorbeeld de Joden slecht waren. Datzelfde zien we nu dus in Frankrijk. Er is al een lange traditie van antipathie tegen de Turken*, dat wordt in Frankrijk nu verder aangewakkerd.
* Zie bijvoorbeeld hun tegenstand tegen de EU-toetreding van Turkije of de miljoenen stemmen voor extreem-rechts. Het is mogelijk dat de Fransen een onbewuste herinnering hebben aan hun falen in het koloniseren van zuid-Anatolië. Onder leiding van Mustafa Kemal Pasja werden ze toen samen met hun Armeense vazallen in de pan gehakt.

Dat dit land met leugens en bedrog historische kwesties de burgers door de strot duwt is normaal. Zie de serie Het vervalsen van de historie door de Fransen.

(deel IV)

Wednesday, September 12, 2012

Heeft het Nederlands parlement een Armeense 'genocide’ erkend?


Volgens de (pro-)Armeense propaganda zou het Nederlands parlement een Armeense genocide erkend hebben. Ze verwijzen daarbij naar de motie Rouvoet uit 2004. Iedereen gaat van uit dat hun bewering klopt. Ten onrechte blijkt het.

In een artikel over de affaire met de Turkse kandidaten in de aanloop naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer van 2006 was het volgende te lezen:

Volgens haar zegt het stuk alleen "dat het onderwerp bij onderhandelingen met Turkije moet worden aangekaart". "Die motie zegt niet dat het parlement erkent dat er een genocide was." 

(‘Albayrak ergert zich aan hypocrisie Armenië-discussie’, Algemeen Dagblad van 15 oktober 2006).

Dit is de tekst van de motie die de christenfundamentalist Rouvoet had ingediend:

Nr. 270 MOTIE VAN HET LID ROUVOET C.S.
Voorgesteld 21 december 2004
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de Europese Raad, bijeen in vergadering op 16 en17 december 2004 te Brussel, heeft besloten tot de start van de toetredingsonderhandelingen met Turkije per 3 oktober 2005;

constaterende, dat de Europese Raad in haar conclusies heeft vastgelegd dat met Turkije een intensieve politieke en culturele dialoog wordt aangegaan, waarbij ook het maatschappelijk middenveld wordt betrokken, teneinde het wederzijds begrip te verbeteren door mensen samen te brengen (conclusie 23);

van mening, dat daar onlosmakelijk mee verbonden is een eerlijke omgang met de eigen geschiedenis van een kandidaat-lidstaat;

verzoekt de regering om binnen het kader van deze dialoog met Turkije voortdurend en nadrukkelijk de erkenning van de Armeense genocide aan de orde te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.
Rouvoet [ChristenUnie]

[met handtekeningen van:]
Van Bommel [SP]
Van der Staaij [SGP]
Van der Laan  [D66]
Van Baalen [VVD]
Herben [LPF]
Duyvendak  [GroenLinks]
Wilders [had zich van VVD afgescheiden: éénmansfractie]

Het parlement vraagt dus aan de Nederlandse regering om de Armeense nongenocide aan te kaarten tijdens de onderhandelingen voor toetreding van Turkije in de EU. Er staat niet expliciet bij dat het Nederlandse parlement een Armeense genocide erkent.

In de uitleg van (pro-)Armenen lijkt het alsof er een stap is overgeslagen. Dat van een aparte expliciete erkenning door het Nederlandse parlement, die ontbreekt. Pas na zo’n expliciete erkenning kan ernaar verwezen worden zoals in de motie uit 2004 te lezen is.

We zien geen expliciete parlementaire erkenningen zoals bijvoorbeeld toen het Europese Parlement in 1987 voor de Armeense lobby knielde. Je leest in die resolutie bijvoorbeeld:

We geloven dat de tragische gebeurtenissen tussen 1915-1917 die de Armenen in het Ottomaanse Rijk troffen, een genocide was...

Daarom denk ik ook dat de hetze tegen de Turkse kandidaten gebaseerd was op valse voorstelling van zaken door de Armeense G-maffia. De Armeense lobby voerde die campagne aan met een verwijzing naar de motie Rouvoet. Zo van ‘CDA/PvdA, jullie erkenden het in 2004, dus die kandidaten moeten het ook erkennen’

Die partijen liepen erna als bange wezels achter die bewering aan en offerden hun Turkse kandidaten op.