Wednesday, January 16, 2013

Nazi’s en Armenen


Armenen en aanhangers hebben met de meest dubieuze vervalsingen de Turken aan de nazi’s pogen te koppelen. Maar dit is als een aambeeld op ze neergedaald.

De belangrijkste fraude van de Armenen in dit mislukte gebeuren is de vervalste Hitler-citaat. Die is compleet ontmanteld als een ordinair bedrog van deze oplichters. Zelfs de door Armenen en hun handlangers gecontroleerde Wikipedia-pagina over de Armeense genoncide is deze vervalsing uit het artikel verwijderd.

Er is een andere, meer pijnlijke, feit boven water gekomen over de Armenen. Ze blijken met tienduizenden aan de zijde van nazi’s te hebben meegestreden. Het gaat in totaal om 35.000 Armenen. 

Armeense vrijwilligers in het Nazi-leger zweren trouw aan Hitler.

De nazi 812e bataljon met 20.000 Armenen is de belangrijkste bewijs van die Armeense collaboratie. Hun leider? Drastamat Kanayan, ook Generaal Dro genoemd, die vanaf WO1 in Oost-Anatolië de leiding had over Armeense eenheden tegen het Ottomaanse rijk. Kanayan/Dro kan terecht als de Oost-Anatolische Mladic beschouwd worden. In die streken hebben Armenen massale moordpartijen gepleegd op Turken en andere moslims. Armenen beschouwen hem als hun held. Hun nazi-held*.
* Geloof het of niet, Armenië heeft een onderscheiding naar deze nazi-collaborateur genoemd om mensen te decoreren met een medaille: 'Drastamat Kanayan Medal'. Moreel besef van goed en fout moet er ver te zoeken zijn, anders zouden ze niet aan een dergelijke travestie beginnen.

Het blijkt dus dat de Armenen met tienduizenden nazi-hielen hebben gelikt en aan hun zijde meegevochten.
Maar wat de Turken toen deden springt extra in het oog: meer dan 100.000 Joden hadden ze uit de klauwen van diezelfde nazi’s gered. Eén van de Turkse Schindlers (
Beşir Balcıoğlu) is nota bene door Armeense genocide-terroristen omgebracht.

Volgende week komt de rol van nazi-hielelikkende Armenen in Nederland aan bod. Tijdens de bezetting hebben ze namelijk ook in Nederland rondgehangen. 


- lees verder in deel II -

Wednesday, January 9, 2013

De Ottomaanse krijgsraden van 1919-1920



De Armeense genocidemaffia smijt regelmatig met de Ottomaanse krijgsraden van 1919-20. Daarin werden veroordelingen uitgesproken omdat aangeklaagden schuldig werden geacht aan misdaden op Armenen.
Je zou zeggen: ‘Dit is het ultieme bewijs van de schuld van de Turken‘.

Zoals in de vorige artikel beschreven is hun materiaal uit 1919 een lege huls, waaronder de veroordelingen in deze krijgsraden.

In de eerste plaats werden ze georganiseerd door de tegenstanders van CUP (die waren de toenmalige Ottomaanse machthebbers). Hun erfvijand de PLA* kreeg na WO1 de macht in handen. Die waren erop gebrand om de CUP weg te vagen. Ze hoopten de ontmanteling van de partij van Talaat Pasja met deze schijnprocessen te legitimeren. (ook meegenomen was dat zo goede sier gemaakt kon worden bij de bezettingsmachten om gunstige vredesvoorwaarden te verkrijgen)
* Party of Liberty and Agreement / Partij van Vrijheid en Eenheid.

Die processen dienden dus om een politiek te voeren en hadden niks te maken met rechtspraak. Geen wonder dus dat die processen door de bezettingsmachten omschreven werden als ‘travesty of justice’ (travestie van recht). 
Ze voldeden namelijk niet aan internationale rechtsnormen. Elementaire beginselen van recht werden tijdens de processen met de voeten getreden. Zaken die in elke proces normaal zijn, waren er niet aan de orde. Zoals het kunnen horen van getuigen of tijdens de processen bespreken van de naar voren gebrachte bewijsmateriaal zoals documenten.

De CUP moest hoe dan ook een schuld toegekend krijgen wat met deze elementaire gebreken in de rechtsgang kon. 

Het gevolg was duidelijk: de bezettingsmachten konden zulke veroordelingen niet als een legitieme manier gebruiken om de Turken als schuldigen aan te wijzen. Dat was van belang voor hun duistere plannen met de Turkse natie. Zonder een eerlijke veroordeling zou niemand hun plannen met Anatolië steunen.

Verdrag van Sevres van 1920, de feitelijke materialisatie van het Sykes-Picot verdrag uit 1916.

Wat de Ottomaanse krijgsraden van 1919-20 eveneens onderuithaalt als serieus bewijs zijn het Malta-tribunaal. De Britten wilden namelijk op een eerlijke wijze de Ottomaanse aangeklaagden veroordeeld krijgen. Materiaal van de Ottomaanse krijgsraden lieten ze om begrijpelijke redenen links liggen. Het liep voor ze uit op een fiasco. Men bleek de Turken namelijk niet op een eerlijke manier veroordeeld te kunnen krijgen.

Dat kwam omdat propaganda niet hetzelfde is als bewijs.




(Voor wie meer informatie over deze processen wil weten kan hier terecht:
Revisiting the Armenian Genocide’ door professor Guenter Lewy, kijk onder The Turkish Courts-Martial of 1919-20. Van dit artikel is ook een Turkstalige versie beschikbaar in ‘Ermeni Soykırımına Yeniden Bir Bakış
).

Thursday, January 3, 2013

1919: Het Afrekeningsjaar



In de Armeense propaganda heeft het jaar 1919 een bijzondere plaats. Je komt namelijk allerlei materiaal tegen waarin de genocide-schuld van de Turken bewezen lijkt. Nota bene Turken zelf die kort na de Eerste Wereldoorlog een dergelijke schuld lijken toe te geven. Maar bij nader inzien blijken Armenen & Co een dode mus in handen te hebben.

Dat jaar was namelijk het Afrekeningsjaar tegen het Ottomaans bewind uit de Eerste Wereldoorlog. Die werd geleid door de CUP, de partij van Talaat Pasja. De kwade genius volgens die propaganda. 

Daar de CUP na de Eerste Wereldoorlog* uitgespeeld was, lag diens lot in de handen van zijn tegenstanders. Eerder was de CUP door westerse oorlogspropaganda aangevallen, het was nu de beurt aan diens interne vijanden zoals de PLA**, de politieke erfvijand van CUP. Die kwam na WO1 aan de macht en was er op gebrand om de CUP te elimineren.
* Het Ottomaanse Rijk sloot het wapenstilstandsverdrag van Mudros met zijn oorlogsvijanden op 30 oktober 1918. Het betrof dus geen overgave, maar dat de wapens onderling neergelegd werden. 
** Party of Liberty and Agreement / Partij van Vrijheid en Eenheid.

Daartoe zetten ze bijvoorbeeld de Ottomaanse krijgsraden van 1919-1920 in. (Die ging door tot in 1920, maar het zwaartepunt van de processen lag in 1919). Door de bezettingsmachten travestie van recht-processen genoemd omdat ze niet voldeden aan internationale rechtsnormen.

Behalve vanuit de politiek kwamen er ook vanuit de media zoals kranten aanvallen op de CUP. Turkse kranten publiceerden verhalen over hoe slecht die partij en Talaat wel niet waren geweest.

Eén zo’n krant was de Sabah. Die viel niet alleen de CUP, maar ook de Turkse nationalisten aan. Die laatste waren fel gekant tegen aanwezigheid van vijandelijke soldaten op Anatolisch grond*. Sabah was dus een soort Telegraaf** die met oorlogsvijanden heulde. Dit was niet verbazingwekkend overigens, de eigenaar van Sabah was een Armeen...
* Die waren namelijk bezig om hun sinistere plannen van Sykes-Picot, het vernietigen van de Turkse natie, uit te voeren.
** In de WO2 bewierookte de Telegraaf de nazi-bezetting van Nederland. Na de oorlog kreeg het daarom een verschijningsverbod opgelegd.

 

Wanneer dus Armenen of hun nuttige Turkse idioten zoals Akçam, Müge Göçek of Üngör zitten te zwaaien met één of andere bronmateriaal uit 1919 om de Turken een genocide aan te wrijven, dan weet je na voorgaande wat ze in handen hebben. Niks. Lucht.