Wednesday, October 9, 2013

Armeense genocide-terrorisme: Wat Turkije moet doen

(deel I)

Turkije zou meer zou moeten doen met de Armeense genocide-terrorisme. Al die slachtoffers horen uit de vergetelheid gehaald te worden. Om het publiek te laten zien wat haat tegen de medemens te weeg brengt. 


Daartoe kan Turkije de volgende stappen ondernemen:

* Oprichten herdenkingsmonument voor de slachtoffers
Voor Turkse slachtoffers kan men wel een tegenkomen, zoals voor de omgebrachte Turkse diplomaten.
Vorig jaar* was er bijvoorbeeld voor Atilla Altikat een monument opgericht in Canada (Weer later besloot men dat het ook zou dienen namens alle omgebrachte diplomaten in de wereld, inclusief van andere landen).
* In dat artikel zien we een goed voorbeeld van hanteren verkeerde informatie van Turkse kant: 
de krant Hürriyet wijst daarin naar Asala als de dader voor deze aanslag, maar het was de JCAG.

Opening monument in Ottowa.

Als je bedenkt dat Armeense genocide-terroristen in Europa bijna 40 onschuldigen hebben vermoord, is een monument in Europa juister.

In ieder geval heb ik tot nu toe van een centraal herdenkingsmonument niet gehoord. Een monument namens alle slachtoffers van Armeense genocide-terrorisme. Niet alleen diplomaten of alleen Turken, maar namens alle slachtoffers. Turkije moet hieraan iets doen.

De opening van het monument kan tegelijk met de uitroeping van de herdenkingsdatum plaatsvinden.


* Herdenkingsdag uitroepen
15 juli, de datum van de aanslag in D’Orly is een optie omdat er toen slachtoffers uit diverse landen vielen. Bovendien vond de aanslag plaats midden in een land die fanatiek de Armeense verhalen verdedigt. Daarnaast brachten Armenen in Europa het grootste aantal onschuldigen om het leven.
Een andere optie is 7 augustus, toen op een ander vliegveld Armeense moordenaars dood en verderf zaaiden (Esenboğa).

Ik las dat op 18 maart in Turkije de slachtoffers worden herdacht als martelaren.
Maar dit is voor alle slachtoffers die de Turken kennen, inclusief die gevallen zijn in oorlogen en dergelijke.

De slachtoffers van Armeense genocide-terrorisme hebben recht op een aparte herdenking. Op die manier kunnen dan de nazaten van de omgekomenen uit Frankrijk, Zweden, Italië en andere landen hun gevallenen herdenken. Bij een aparte herdenking hebben ze ook meer verbondenheid.

Herdenking kan ook plaatsvinden op meerdere plaatsen. Bijvoorbeeld op 15 juli in D'Orly en 7 augustus in Esenboğa. 


* Fonds oprichten voor alle slachtoffers Armeense genocide-terrorisme 
Nazaten van omgebrachte Turken en buitenlanders dienen een financiële compensatie te krijgen. Net als de personen die bij die aanslagen gewond en verminkt raakten.


* Slachtoffers eren via straatnamen
De slachtoffers van dit terrorisme kunnen ook in herinnering blijven door hun namen op te nemen in straatnamen, belangrijke gebouwen en dergelijke. In Turkije vindt dit overigens al plaats voor de vermoorde Turkse diplomaten of familieleden.

Şehit Ahmet Benler Caddesi (weg) in Marmaris.

Maar waar blijven die voor de door Armeense genocide-terroristen omgebrachte Fransen, Amerikanen, Italianen, Zweden en anderen? Turkije kan bijvoorbeeld een basisschool noemen naar dat omgebrachte Franse kind van de aanslag in D’Orly. Of een straatnaam noemen naar die Duitse ingenieur die in Esenboğa zijn leven liet vanwege deze Armeense leugens.


* Een prijs in het leven roepen
Deze prijs kan uitgereikt worden aan personen en instellingen die strijd voeren tegen lieden die haat tegen de medemens aanwakkeren met propaganda en leugens. Die haat leidt immers vaak tot misdaden tegen de medemens (behalve in de Armeense genocide-terrorisme was dat ook te zien met de Holocaust).

Als naam kan bijvoorbeeld de Orly-Esenboğa prijs gekozen worden. Verbindt er ook een geldprijs aan, bijvoorbeeld € 100.000 zodat diegene zijn activiteiten kan voortzetten.


* Films produceren over deze moordpartijen
In de eerste plaats een professionele documentaire. Daarin moeten ook de nazaten en familie van de slachtoffers aan bod komen. 
Een voorbeeld van een documentaire over de Armeense genocide-terrorisme:
(Youtube documentaire Armenian Terrorist Organization ASALA and Murders 1/5)



 
De documentaire kan weer als basis dienen voor een speelfilm voor in de bioscoop. Voor de bioscoopfilm mogen de volgende elementen niet in ontbreken:
• Hoe Armeense jeugd met haat tegen de Turken wordt opgevoed.
Vanaf hun kinderjaren wordt ze door ouders en omgeving diepe haat tegen de Turken bijgebracht. Die haat zou in de jaren ’70 en ’80 leiden tot de dood van vele onschuldigen.
• Opleiding van deze terroristen in kampen zoals in Libanon.
• Hoe het westen dit terrorisme steunde (onder andere met lakse vervolging en bestraffing door de justitie en rechters)
• De jacht van de Turkse geheime dienst op deze moordenaars.
• In de film kan de mentaliteit die tot deze moordpartijen leidde en heden nog altijd springlevend gehouden wordt op onderwijsinstellingen aan bod komen. Niet alleen op universiteiten waar men niet in staat is feit en fictie van elkaar te onderscheiden, maar ook op middelbare scholen waar de Armeense leugens worden verkocht.
• Aan slot beelden tonen waarbij nazaten (ook van niet-Turken!), bijeenkomen om de slachtoffers van dit terrorisme te herdenken. 
 
* Oprichten site over Armeense genocide-terrorisme
In die site kan de bezoeker centraal alles over de Armeense genocide-terrorisme vinden. Zoals foto’s en filmbeelden die het vastlegden.

Maar ook krantenartikelen mogen niet ontbreken zoals uit de The New York Times, The Guardian, Le Monde, de Volkskrant, Hürriyet en andere kwaliteitskranten. Daarbij dienen ook vertalingen in de talen van landen waar de Armeense moordenaars hebben huisgehouden beschikbaar te zijn. En ook in talen van landen van waar de slachtoffers vandaan kwamen.

Op de site dienen ook namen en foto’s van alle slachtoffers opgenomen te zijn, inclusief de gewonden om een totaalbeeld te schetsen.

Al die informatie dient dubbelgechecked en gecontroleerd te zijn om foute namen, data, en dergelijke uit te sluiten.

* Boek over Armeense genocide-terrorisme publiceren
De informatie voor de site kan weer dienen om een boek uit te brengen. Net als de boeken van de pro-Armeense knielers Pamuk of Şafak met subsidie vertalen en uitgeven (in de landen waar de slachtoffers vielen of vandaan kwamen). 

Het geld hiervoor kan vrijgemaakt worden door deze pro-Armeense auteurs niet meer te financieren, hun bankrekeningen zijn immers al fors gespekt door al die subsidies.

Wanneer parlementen en dergelijke weer een resolutie gaan aannemen, dan kan men die charlatans dat boek toezenden. Universiteiten die de Armeense verhalen promoten, zoals de UvA, hebben ook recht op gratis exemplaren. 
 
* Opjagen van de nog vrij rondlopende terroristen
Turkije zou een Task Force in het leven dienen te roepen om de nog vrij rondlopende Armeense terroristen en hun handlangers op te sporen en voor het gerecht te slepen.   

Op het nieuws horen we dat een moordenaar na 30 of 40 jaar alsnog bij de kraag was gepakt. Dat wil zeggen dat het niet te laat is om die moordenaars van Asala en de andere Armeense terreurgroepen op te jagen en te berechten.

Om de opsporing te vergemakkelijken kan er gewerkt worden met beloningen. Ik heb het dan niet over € 25.000 of € 50.000, maar over honderdduizenden. Eventueel kunnen rijke zakenlui of burgers, die vinden dat die moordenaars hun verdiende loon niet mogen ontlopen, via donaties die beloningen helpen mee financieren.
De moordenaar van Dursun Aksoy loopt nog altijd straffeloos rond.
 
Het opsporen van de daders kan ondersteund worden door een soort ‘Opsporing Verzocht’ in de dagen rond de aanslag uit te zenden (een week voor de moordpartij, op de datum zelf ). Met informatie zoals waar het plaatsvond, wanneer, enzovoorts.
Voorbeeld:
24 november is de herdenkingsdag van de moord op de Turkse diplomaat Evner Ergun. Op 17 november had dan een Opsporing Verzocht uitgezonden kunnen worden, gevolgd door een gedetailleerde uitzending op 24 november.

De uitzending dient ook in andere talen zoals Engels, Frans, Duits, Arabisch, enzovoorts, plaats te vinden. Naast plaatsen van advertenties in grote kranten kan ook Youtube, Facebook en dergelijke media ingezet worden.  
 
De Palestijnen polsen is ook een optie. Onder hen zijn velen die de Armeense moordenaars en hun handlangers van nabij hebben gezien en precies weten wie wat heeft uitgespookt.    

Turkse justitie kan ook Interpol inschakelen voor arrestatiebevelen. Verdachten kunnen dan geen kant op en wacht arrestatie als ze een voet in het buitenland zetten.
 

Wednesday, October 2, 2013

Armeense genocide-terrorisme: Wat doet Turkije?


Tussen 1973-1985 hebben Armeense genocide-terroristen voor hun leugens 60 mensen van het leven beroofd. Recentst besproken moordpartij was die op Cemal Özen.

Deze onschuldigen zijn vermoord in naam van een door propaganda en leugens in elkaar getimmerde genocide. Ze zijn gestorven omdat door haat* gevoede lieden overgingen tot hun misdaden.
* Die haat wordt nog altijd in leven gehouden door Akçams, Üngors, Bloxhams en vele andere mini-Hitlers.

Er is op internet niet echt veel informatie te vinden over deze omgebrachte onschuldige moeders, vaders, zonen en dochters. Ze lijken in de vergetelheid geraakt.
Informatie die je kunt vinden is veelal copy-paste werk. Je vindt nauwelijks informatie over bijvoorbeeld de namen van de omgebrachte omstanders. Van Turkse diplomaten en andere Turken zijn namen bijna altijd te vinden, maar hoe heette bijvoorbeeld dat Frans kind die in D’Orly werd omgebracht?

Je komt ook tegenstrijdige en onjuiste informatie tegen. Zoals welke Armeense moordenaarsclub de misdaden op zijn geweten had. Vaak noemen Turkse bronnen Asala als de daders, maar dan blijkt JCAG erachter te zitten.

Verkeerde namen of data kom je ook tegen. Zoals van de aanslag op Kemalettin Demirer in Rotterdam.
Weer een andere keer is niet eens duidelijk hoeveel slachtoffers er waren gevallen zoals bij de moordpartij in Esenboğa. Ene bron rept over zoveel doden, de andere geeft een ander aantal en zo blijft de lezer in het ongewisse.

En foto’s over deze slachtoffers zijn ook niet altijd beschikbaar. Van de Turkse slachtoffers zijn die wel te vinden, maar het betreft vaak nietszeggende pasfoto’s, en dan ook nog van belabberde kwaliteit.

Ankara-Esenboga 7 augustus 1982:


Bovenstaande foto heb ik op internet uit een Turkse krant (Hürriyet) kunnen traceren. De man op de grond was een Duitse ingenieur die op het vliegveld zijn vrouw kwam uitzwaaien. Dat was de laatste keer dat hij zijn vrouw had gezien, Armeense kogels zouden een eind maken aan zijn leven.

Met zulke foto’s kun je het ware gezicht achter de Armeense genoncide, de haat die tot deze moorden leidde, tonen. Met een familiefoto van het slachtoffer erbij blijft er niks over van al die Armeense leugens.


Turkije lijkt niet te beseffen dat ze met deze Armeense misdaden zwaar geschut in handen hebben. In het huidige klimaat waarin terrorisme overal verfoeid wordt is het niet gebruiken van zulke materiaal voor je zaak een misdaad op zich.



- deel II -