Tuesday, June 26, 2007

De basis van de Armeense genocideclaim: oorlogspropaganda


De Armeense claim is gefundeerd op propaganda uit de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Haar basis werd gelegd door de Britse oorlogspropaganda-afdeling, Wellington House genaamd. Het doel van de Britten met deze afdeling was om de oorlogsvijanden zwart te maken. Dat waren het Ottomaanse rijk van de Turken en Duitsland.

Door deze tegenstanders zwart te maken kon er aan het thuisfront meer steun voor de oorlog gewonnen worden. Tegen slechte mensen oorlogvoeren wekt bij onderdanen vechtlust op. Ook zullen de soldaten meer gedreven zijn in de strijd.

Een ander doel van de Britse oorlogspropaganda was om steun te krijgen van de Verenigde Staten. Deze gigant wilde namelijk neutraal blijven in de oorlog.

In de VS werd door de Britten via diverse kanalen propaganda verspreid in de vorm van boeken, geschriften, artikelen in de kranten en dergelijke. Hierbij werden allerlei belangrijke mensen ingezet die aanzien hadden, zo konden hun beweringen overtuigender overkomen.

Op deze manier werd de publieke opinie in de VS bewerkt. Waarna deze dan bij de Amerikaanse regering vragen ging stellen (bijvoorbeeld: "Waarom de regering niet aan de zijde van de Britten tegen de bad guys ten strijde wilde trekken?"). Pas halverwege 1917 zwichtte de VS en koos het de kant van de Britten in de oorlog.

De Britten publiceerden in 1916 hun anti-Turkse werk “The treatment of Armenians in the Ottoman Empire 1915-1916 *. In deze publicatie werden de Turken compleet door het slijk gehaald. Honderden zogenaamde ooggetuigenissen over misdaden Turken werden breed uitgemeten.
*ook wel genoemd: “Bryce Report” of “Blue Book”. In Nederlands: “De bejegening van Armenen in het Ottomaanse Rijk 1915-1916

De Britten hadden overigens ook de Duitsers zwart gemaakt met een publicatie vol getuigenissen over wandaden en gruweldaden op de Belgen. Zoals dat Duitsers kinderen de handen afhakten of van de lijken van Belgische slachtoffers zeep maakten. Deze publicatie is later door historici - om begrijpelijke redenen - de grond ingeboord.

Heden wordt de tegen de Turken gerichte productie van een oorlogspropaganda-afdeling als bewijs voor de Armeense ‘genocide’ verkondigd. Professoren die achter de Armeense claim staan zwaaien ermee.

Maar ze maken een belangrijke fout:
Een werk van een oorlogspropaganda-afdeling kan nooit en te nimmer als bewijs dienen.
En dat was ook gebleken met de doodskus van de Armeense “genocide”:
het Malta-tribunaal.




Update:
In april 2013 heb ik diverse artikelen over de Britse oorlogspropaganda geschreven, zie de serie ‘De Britse Leugenfabriek‘.

No comments: