Friday, April 13, 2012

De Frans Armeense Stalinwet - III


(vervolg van deel II)


Nadat het Lagerhuis het wetsvoorstel had aangenomen (22 december 2011), werd het meteen doorgestuurd naar de Senaat voor stemming. Sarkozy had niet veel tijd vanwege de aanstaande presidentsverkiezingen, hij wilde deze dubieuze wet er snel doorheen loodsen.

Maar de adviescommissie van de Franse Senaat (vergelijkbaar met de Nederlandse Raad van State) velde op 18 januari 2012 een negatief oordeel over deze wet. Ze vonden het onverenigbaar met de vrijheid van meningsuiting en daarom in strijd met de Franse grondwet. Wie niet eens was met de officiële staatsversie van de historie zou immers vervolgd worden.
Een ander gegeven dat mee kan hebben gespeeld voor hun afwijzing waren de bevindingen van het Franse parlement over zulke wetten. In 2008 oordeelde die in een onderzoeksrapport dat het parlement geen geschiedenis moest voorschrijven door wetten aan te nemen.

Het bizarre is dat diezelfde Senaatscommissie nog geen jaar eerder in dit circus had opgetreden. De commissie had in april 2011 nagenoeg hetzelfde wetsvoorstel verworpen (het was in 2006 door het Lagerhuis aangenomen geweest, maar werd pas in 2011 voor de Senaat voor stemming gebracht). In dat voorstel was de boete gelijk, maar zou een criticus van de Armeense claims 5 jaar de bak in moeten.

Het waren de socialisten, de oppositiepartij, die het voorstel destijds hadden ingediend (de socialisten in Frankrijk hebben steeds het voortouw genomen om de Armeense versie van de historie erkend te krijgen).

Daar in Frankrijk een advies van de Senaatscommissie niet opgevolgd hoeft te worden, vond er op 4 mei 2011 een stemming plaats in de Senaat. Het werd verworpen met 196 stemmen tegen en 74 voor. De socialisten hadden samen met de conservatieven van Sarkozy het wetsvoorstel gemakkelijk kunnen doordrukken. Maar Sarkozy liet zijn partijgenoten doorschemeren om liever niet mee te stemmen. Hij had destijds geen behoefte aan wrijvingen met Turkije. Kort ervoor had hij immers een bezoek gebracht aan Erdogan om de onderlinge banden aan te halen.

Sarkozy’s bezoek aan Erdogan op 25 februari 2011.
  

Terug naar de stemming in januari 2012.
De stemming die volgde op 22 januari pakte deze keer goed uit voor de Armenen en hun supporters. Alhoewel 86 senatoren tegen stemden, kreeg het wetsvoorstel toch de meerderheid. De conservatieven van Sarkozy stemden deze keer samen met de socialisten vóór het wetsvoorstel.

Op 21 januari 2012, de dag voor de stemming, demonstreerden 40.000 Turken in Parijs tegen de wet.

   

 
- deel IV

 

Wednesday, April 4, 2012

De Frans Armeense Stalinwet - II


(vervolg van deel I)


De datum van 22 december (stemming wetsvoorstel) is opvallend symbolisch. Op nog geen 2 kilometer afstand van waar het Franse Lagerhuis stemde voor deze wet, vond er in het Parijse Champs-Élysées een moord plaats die te maken had met dit anti-Turkse wetsvoorstel.

De Armeense terroristen van Asala vermoordden op 22 december 1980 de Turkse diplomaat Yılmaz Çolpan. Deze misdaad was één van de tientallen moorden die Armeense terroristen pleegden om Turkije te dwingen om hun genocide te erkennen.


Op nog geen 2 kilometer van het Franse parlement werd Yılmaz Çolpan door Armeense terroristen omgebracht. 


Na aanname van het wetsvoorstel bevroor Turkije de diplomatieke en militaire banden met Frankrijk en stelde vergaande maatregelen in het vooruitzicht. Lokaal werden er ook initiatieven ontplooid om de Fransen duidelijk te maken dat ze te ver gingen. Franstalige straatnamen zouden gewijzigd worden, gemeentes annuleerden orders bij Franse bedrijven. Turkse winkeliers begonnen ook Franse producten te mijden in hun schappen.

Ook kwam er internationaal kritiek op deze stap van Frankrijk. De mensenrechtenorganisatie Amnesty International keurde deze Franse symboolpolitiek af. De EU en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) deelden dezelfde mening. Ook de Organisatie van de Islamitische Samenwerking (OIC) leverde kritiek.

De Turkse premier Erdogan herinnerde Frankrijk aan hun eigen zwarte verleden zoals in Algerije.

Frankrijk heeft dus geen recht om Turkije de les voor te lezen zolang de eigen achtertuin vol met lijken ligt. Dat de Franse achtertuin vol lijken ligt staat vast. Niet alleen in Algerije (en andere koloniën), maar ook in de eigen hoofdstad. Ik doel op een vergeten bloedbad die midden in Parijs heeft plaats gehad. De datum is niet uit de bloedige Franse Revolutie, maar nog recent: 1961.

Onder leiding van een voormalige nazi van het Vichy-regime, Maurice Papon, pleegde de Parijse politie een massamoord op vreedzaam demonstrerende Algerijnen.
Honderden demonstranten stierven omdat ze met mitrailleurs werden neergemaaid, politiewagens op ze inreden, of omdat ze gewond (of na bewusteloos te zijn geslagen) in de rivier de Seine werden gegooid. Deze vergeten massamoord op vele honderden burgers vond plaats midden in West-Europa. Het is waarschijnlijk de grootste massamoord in West-Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.

In Frankrijk wordt met een wijde boog om deze misdaad in eigen land gelopen. De archieven over deze massamoord houdt de Franse staat geheim. De Fransen proberen het te vergeten, en willen zo min mogelijk eraan herinnerd worden.

Wat zegt dit over de parlementariërs die in december 2011 stemden voor een wet over een Armeense genocide?
Hun versie van de historie dat zich duizenden kilometers van Parijs zou hebben afgespeeld, willen ze met een wet verheiligen, maar wat zich op nauwelijks 3 kilometer terug van hun parlement afspeelde, kunnen ze niet erkennen.




- deel III

Wednesday, March 28, 2012

De Frans Armeense Stalinwet


In verkiezingstijd is de Armeense ‘genocide’ in Frankrijk een geregeld ingezette instrument om kiezers te winnen. De politici bereiken behalve de Armenen ook het Franse deel van het kiezersvolk die vreemdelingen haat. Met een Armeense nongenocide wordt immers ook verkondigd dat de verfoeilijke Turken grote misdadigers waren.
Dat het om miljoenen Fransen gaat kunnen we ook zien aan de vele stemmen die de extreemrechtse partij Front National van Le Pen krijgt.

De Franse president Sarkozy had in oktober 2011 tijdens zijn bezoek aan Armenië dit verkiezingswapen in stelling gebracht. In de peilingen destijds voor de presidentsverkiezingen van voorjaar 2012 stond hij fors op achterstand op zijn tegenstander François Hollande.  



                          (Rood: Hollande, blauw: Sarkozy)

      
Zijn conservatieve partij UMP (Union pour un Mouvement Populaire, in Nederlands: 'Unie voor een Volksbeweging'), diende daarom een wetsvoorstel in om het bekritiseren van de Armeense nongenocide strafbaar te stellen. Wie afweek van de officiële Franse versie van de geschiedenis over 1915 kon rekenen op een boete van € 45.000 en 1 jaar gevangenisstraf.

Sarkozy bleef het xenofobe kiezersvolk bespelen door ook de immigratie-kaart uit te spelen*, een geliefd onderwerp van extreem-rechts in Frankrijk. Het gevolg is dat hij in de peilingen omhoog krabbelt**.

* Zie bijvoorbeeld in http://www.elsevier.nl/web/Nieuws/Buitenland/332650/Sarkozy-Er-zijn-te-veel-buitenlanders-in-Frankrijk.htm?rss=true ('Sarkozy: Er zijn te veel buitenlanders in Frankrijk')


Voor een analyse van deze door Sarkozy aangezwengelde kwestie is het nuttig om in te gaan op hoe in Frankrijk wetten worden aangenomen en wie erbij betrokken is.


Alvorens een wet in Frankrijk in werking treedt, vinden er stemmingen plaatst in het parlement. Het Franse parlement bestaat uit een Lagerhuis (de Nationale Assemblee met 577 leden) en een Hogerhuis (de Senaat met 326 senatoren)*.
* Vergelijkbaar zoals in Nederland met de Tweede en de Eerste Kamer.

Eerst stemmen parlementsleden in het Lagerhuis over een wetsvoorstel, erna volgt de stemming in de Senaat. Als laatste zet de Franse president zijn handtekening onder het voorstel om de wet te bekrachtigen.

De stemming in het Franse Lagerhuis vond op 22 december 2011 plaats, onder aanvoering van Valerie Boyer van de UMP (Sarkozy’s partij).
Het was te verwachten dat zij het voortouw zou nemen. In haar kiesdistrict wonen namelijk veel Armeense kiezers. Een andere manier waarop ze de Armeense kiezers wilde paaien was haar bezoek op 2 augustus 2011 in de door Armenië bezette Nagorno-Karabach.

Valerie Boyer, de groupie van de Armeense lobby.
Van de 577 parlementsleden van het Lagerhuis waren er nauwelijks 60 leden aanwezig en van deze stemden er nog geen 40 voor het wetsvoorstel. 
(met nauwelijks 7% van parlementsleden kan er dus in Frankrijk een wet doorheen gejaagd worden)


- deel II -


Update:
In juni 2012 moest ze haar parlementszetel verdedigen tegen uitdagers. De vele Armenen in haar kiesdistrict beloonden deze groupie voor haar inspanningen van december 2011: ze werd herkozen.

Wednesday, March 21, 2012

Fraude en bedrog op Nederlandse universiteiten



Gisteren was op het NOS teletekst onderstaande te lezen: 

319

De Tilburgse hoogleraar sociale psychologie bleek in zijn onderzoeken van alles uit zijn duim te hebben gezogen. Na het bekend raken van deze fraude werd een commissie in het leven geroepen om deze praktijken in de wetenschappelijke wereld in kaart te brengen en aanbevelingen te doen. Er volgen voortaan dus strengere sancties bij fraude en gerommel in de wetenschap. 

Net zoals de banken en verzekeraars (rommelhypotheken en woekerpolissen) blijkt ook de wetenschappelijke wereld aangetast te zijn door valsheid en oneerlijkheid. De (aankomende) wetenschappers worden met deze maatregelen eraan herinnerd dat ze eerlijk moeten zijn.
(Volgens nieuwe berichten willen de universiteiten wetenschappers in een contract laten beloven geen fraude te plegen. Bij promotie moeten ze dat in een eed herhalen.)

Diederik Stapel liep tegen de lamp omdat een student aan de bel trok. Zijn fraude was zo simpel, dat je je afvraagt wat zijn mede-professoren al die jaren deden toen Stapel zat te frauderen. Na deze affaire verloor Stapel alle geloofwaardigheid. Hij raakte zijn doctorsgraad kwijt en werd van de universiteit getrapt.

Waar hij zijn doctorstitel heeft behaald? De Universiteit van Amsterdam. Dat is dezelfde omgeving die fantasten die een Armeense genocide verkopen graag aan titels, prijzen en dergelijke helpt.

Om te beginnen de Turkenhater en terroristen-verheerlijker Ton Zwaan. Hij verkreeg zijn doctorsgraad in 2000 met zijn proefschrift Civilisering en decivilisering. Een jaar later werd het in boekvorm uitgebracht onder dezelfde titel. Zwaan wijdde een hoofdstuk aan de Armeense kwestie (De vervolging van de Armeniërs in het Ottomaanse Rijk 1894-1922).

Daarin probeert Zwaan de Turken te verkopen als een gewelddadig en bloeddorstig moordenaarsvolk. Hij speelt dus voor de hoer van Armeense propaganda.
Zijn vooringenomenheid is ook te zien wanneer hij het geweld die de Armenen in de 1890's ontketenden omschrijft als een Armeense renaissance of een beginnende Armeense emancipatiebeweging. Als je de Armeense terreur van de 1890's zoals voorgaande omschrijft, dan moet je echt ver heen zijn*.
* Hoe het in de 1890's in werkelijkheid aan toe ging is beschreven in de serie 'De 'Hamidiye massacres'.

Het is niet verbazingwekkend dat we bij iemand met zo’n dubieuze mentaliteit toestanden à la fraudeur Diederik Stapel konden verwachten. Deze charlatan opent namelijk zijn anti-Turkse hoofdstuk met de vervalste Hitlercitaat.
(uit Zwaans Civilisering en decivilisering, pagina 198)


Van iemand die een universitaire opleiding heeft gevolgd, verwacht je enige kritisch denkvermogen en het kunnen doorzien van eenvoudige fraude. Dat ontbreekt dus bij deze slaaf van de Armenen.

Behalve Ton Zwaan is er nog een andere persoon met een soortgelijke oriëntatie op de Universiteit van Amsterdam te vinden geweest: Ugur Ümit Üngör (een pupil van Zwaan overigens).

Een uit Turkije afkomstige figuur. Gezien zijn oriëntatie is deze Ümit Üngör waarschijnlijk een Koerd
. We kunnen hem feitelijk beschouwen als een schrijftafel-terrorist. Hij bevecht de Turken niet met wapens, maar met zijn in leugens en in diepe haat gedrenkte pen. In één van de komende weblogs zal ik meer over hem vertellen 

[Update: Ugur Ümit Üngör, de terroristenmaatje].

Üngör heeft van Universiteit van Amsterdam de scriptieprijs 2006 gekregen voor zijn werk A Reign of Terror. CUP Rule in Diyarbekir Province, 1913-1923 ('Een terreurbewind. Heerschappij van CUP in de Diyarbakir provincie, 1913-1923').

Ik weet niet of dit leeghoofd dit artikel meeleest, maar Üngör, deze vraag heb ik aan jou:
Je schreef in je scriptie dat er maanden na deelname van het Ottomaanse rijk in de Eerste Wereldoorlog, er Armeense soldaten in het Ottomaanse leger meevochten (zie pagina 37 van je prutswerk) en in mei 1915 Ottomaans Armeense gendarmeries in dienst waren (pagina 45).
Diezelfde Turken die je in je publicaties als bloeddorstige genocidedaders probeert te verkopen: zouden ze zulke zaken met Armenen hebben geduld? Heb je ooit gehoord van Joden die in nazi-legers hebben gestreden? Of dat de nazi’s in oorlogstijd in de Tweede Wereldoorlog Joden in hun politiemacht zouden hebben toegestaan? Nee, onder nazi’s waren zulke zaken onbestaanbaar.

(Vanwege zulke cruciale gebreken heeft een Armeense genocide geen bestaansrecht op universiteiten en dienen deze fraudeurs net als Stapel hard aangepakt te worden)

Zoals aan het begin te lezen was, willen de Nederlandse universiteiten schoon schip maken tegen fraudeurs en oplichters onder hun gelederen.

Om te beginnen zal de Universiteit van Amsterdam iets moeten doen om haar wetenschappelijke integriteit te herstellen. Lieden als Zwaan of Üngör horen net als Diederik Stapel hun titels in te leveren of hun proefschrift overdoen op basis van strenge criteria.

Daarnaast zal er een einde dienen te komen aan studielessen waarin een Armeense genocide wordt aangeboden. Zie bijvoorbeeld in http://studiegids.uva.nl/web/uva/2011_2012/nl/c/5504.html waar de kwakzalver Houwink ten Cate de studenten met deze fraude van alles wijsmaakt:
(“Na een algemene introductie wordt vergelijkend ingegaan op enkele specifieke gevallen (Armeense Genocide, Holocaust, Cambodja e.d).”)

Ook dient de Universiteit van Amsterdam haar samenwerking met het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (de NIOD)* te verbreken zolang deze een Armeense genocide probeert te slijten.
* Het Centrum voor Holocaust- en Genocidestudies die deze pseudogenocide probeert te verkopen en waarmee Universiteit van Amsterdam samenwerkte, is in december 2010 gefuseerd met het NIOD.

Anno 2012 kan een universiteit het niet maken om een Armeense genocide serieus te nemen. Je hebt dan geen enkele geloofwaardigheid en bent een schande voor de wetenschap.

Monday, March 12, 2012

Moorden in naam van een Armeense genocide (Teheran 1981)


Vandaag, op 12 maart 1981, nauwelijks een week na de moordpartij in Parijs, deed de Armeense terreurbeweging Asala een aanval op de Turkse ambassade in Teheran. Hun poging om de ambassade binnen te dringen werd tegengehouden door de beveiliging. Twee van de bewakers vonden daarbij de dood. Een Asala-terrorist die opgepakt werd door de Iraanse autoriteiten kreeg de strop.




Sunday, March 4, 2012

Moorden in naam van een Armeense genocide (Parijs 1981)


Wat er zich in Hocali had afgespeeld, laat zien dat Armenen niet de onschuldige lammeren zijn die hun propaganda verkondigt.
 

Maar er is meer.

Een weinig bekend feit over de Armenen is hun gewelddadige verleden om hun genocideclaim erkend te krijgen. Ze richtten speciaal hiertoe terreurgroepen op. Daarbij doodden ze tientallen Turkse diplomaten en vele omstanders.

Vandaag, op 4 maart 1981, vielen twee slagers van de Armeense terreurbeweging Asala twee Turkse diplomaten aan met machinegeweren.

Resat Morali was op slag dood, zijn assistent Tecelli Ari raakte zwaargewond en stierf de volgende dag.







 

Saturday, February 25, 2012

Hocali 1992, de vergeten misdaad


Vandaag, precies 20 jaar geleden, vond er in de Kaukasus een omvangrijk bloedbad plaats.
Ruim 600 Azerische burgers werden in Hocali* omgebracht door Armeense troepen, geholpen door Russische legereenheden.

* De officiële naam is Xocalı, maar dit is een totaal verbasterde weergave van de plaatsnaam. Ik gebruik daarom de meer juistere benaming van deze plaats.

(In Europese regionen is deze moordpartij in Hocali op burgers alleen door de Serviërs overtroffen, in Srebrenica drie jaar later. 8.000 moslims werden toen in 1995, in feite onder toeziend oog van soldaten uit Nederland, afgeslacht. Ze waren juist naar de enclave gestuurd om deze burgers te beschermen...)
 

Diverse westerse journalisten hebben deze Armeense misdaden onder de aandacht van het publiek gebracht. Journalisten zoals Thomas Goltz, Anatol Lieven, Pascal Privat, Steve Le Vine en Jill Smolowe berichtten aan het thuisfront wat er zich onder hun ogen had afgespeeld.
Niet alleen zij, maar ook mensenrechtenorganisaties zoals Human Rights Watch rapporteerden over dit bloedbad die Armenen hadden aangericht.

De bloeddorst van de Armenen is nauwelijks te bevatten. Vrouwen en kinderen spaarden deze moordenaars niet. Op nazi-fashioned wijze werden weerloze kleine kinderen en vrouwen van zeer dichtbij geëxecuteerd. Journalisten spraken ook over verminking van de Azeri slachtoffers. Lichaamsdelen zoals oren, neuzen, borsten of geslachtsdelen blijken de Armenen in hun bloeddorst te hebben afgesneden. De Armenen verminkten in hun felle haat ook de gezichten van de weerlozen, alsof ze niet wilden dat ze bestonden.

Het op gruwelijke wijze verminken van slachtoffers weerspiegeld een diepe haat. Deze haat onder de Armenen tegen Turken* komen we ook tegen in de taferelen uit de Eerste Wereldoorlog.
* Azeri’s zijn zeer nauw verwant aan de Turken.

Op http://www.ermenisorunu.gen.tr/english/album/ana5.htm en verder zijn foto’s van dergelijke verminkingen gepleegd door Armenen op Turken te vinden.

Het krankzinnige is dat de Armenen niet alleen 1 miljoen Azeri’s van hun huis en haard hebben verdreven, maar ook omliggende gebieden in Nagorno-Karabach bezet houden. Zonder dat er een haan naar kraait in het Westen.



Er vindt juist het tegenoverstelde plaats. Armenië wordt omarmd als een geciviliseerde natie met schone handen. Het wordt zelfs als de slachtoffer gezien en de Azeri’s als de dader (Azerbeidzjan heeft bijvoorbeeld te maken met sancties van VS, terwijl Armenië daarentegen van ze economische steun krijgt…).

Een ander verschil is dat de misdaden in het geval van Srebrenica bestraft zijn. De daders zijn vervolgd of zitten in de gevangenis in afwachting van het moment dat ze zich voor de internationale gemeenschap moeten verantwoorden voor hun misdaden. Milosevic heeft zich in zijn cel in de VN gevangenis in Scheveningen van het leven benomen. Zijn kompaan en de uitvoerder van de genocide in Srebrenica, Mladic, wacht in zijn cel op berechting, net als Karadzic.

Dit in tegenstelling tot de moorden in Hocali. Nog altijd is er niemand, maar dan ook niemand onder de Armeense misdadigers vervolgd voor deze massamoord.

De eerste die zich moet verantwoorden is de bevelhebber van de Armeense troepen die de stad aanvielen. Zijn naam is Serzj Sarkisian (Serge Sargsyan). Hij was de militaire bevelhebber van de Armeense troepen in de regio, net als Mladic in Srebrenica.

Deze Kaukasische Mladic is heden de president van Armenië.  


- deel II -

Gerelateerde artikel: 'De slager van Kaukasus op bezoek bij de Franse president'