Thursday, April 18, 2013

De Britse Leugenfabriek (III)



(vervolg van deel II)  

Behalve het Bryce Report heeft Wellington House meer publicaties op zijn naam staan. Het was een ware kraamkamer van anti-Turkse propaganda-materiaal. Daarvan maken heden lieden met een anti-Turks inslag driftig gebruik van. Zonder te weten uit wiens koker hun bronnen tegen de Turken eigenlijk afkomstig zijn. Materiaal waarmee ze de Turken een genocide in de schoenen proberen te schuiven.


Enkele van die werken van Wellington House zijn:

Armenian Atrocities: the murder of a Nation uit 1915 van de hand van Arnold J. Toynbee.
Er is in dat jaar ook een Nederlandse vertaling van gepubliceerd: ‘Armenische Gruwelen: het vermoorden van een volk’. De hand van Wellington House reikte dus tot in Holland. Deze publicatie van Toynbee uit 1915 kan gezien worden als een vingeroefening naar zijn uitgebreidere werk uit 1916 (het Bryce Report).


The Horrors of Aleppo (‘De Gruwelen van Aleppo') uitgegeven in 1916, geschreven door ‘Martin Niepage’ (dat hij niet de ware auteur is ligt voor de hand). Dit werk kwam enkele keren zijdelings aan bod op deze weblog. Zie Todayszaman en de Armeense nongenocide (II) en Kenmerken van de Armeense gruwelpropaganda: Fabula Fantastica.

The murderous tyranny of the Turks (‘De bloeddorstige tirannie van de Turken’), gepubliceerd in 1917, Arnold J. Toynbee is ook de auteur ervan.
Titel spreekt voor zich: Turken zwartmaken op elk mogelijke manier. Globaal wilde Toynbee met zijn Mein Kampf-formuleringen in dit werk één ding rechtvaardigen: daar de Turken volgens hem barbaren en schurken waren, hadden ze geen recht op bestuur over Anatolië. Istanbul en de Straten moesten ze afstaan, net als grote delen van Anatolische streken. Ze dienden tevreden te zijn met een stuk rompstaat waar ze zich als een slavennatie naar goeddunken van westerlingen mochten handhaven.
Oftewel: het Sykes-Picot verdrag slijten (wat later het westen via Sevres tevergeefs probeerde te materialiseren).

Martyred Armenia ; By Fa'iz El-Ghusein, Bedouin Notable of Damascus. Transl. from the Orig. Arabic (‘Lijdend Armenië; door Fa'iz El-Ghusein, een voorname bedoeïen uit Damascus. Vertaald van Arabische origineel’). In dit werk uit 1917 worden Turken de door Wellington House verzonnen figuur Fa'iz El-Ghusein als schurken neergezet.

The "Clean-Fighting Turk, " a Spurious Claim (‘De eervol vechtende Turk, een onware bewering’). Een krantenartikel van de Britse krant The Times uit 20 februari 1917. Wellington House vroeg Sir Mark Sykes om dit artikel te schrijven. De bedoeling was om het positieve beeld die men over de Turken had kapot te maken.


De laatste twee publicaties van de Britse oorlogspropaganda zal ik komende keren nog in detail bespreken.

- lees verder -

Saturday, April 13, 2013

De Britse Leugenfabriek (II)



(vervolg van deel I)

Om hun propaganda-activiteiten te coördineren richtten de Britten een speciaal bureau op. Dit bureau stond ook bekend als de Wellington House. Als taak had het om de oorlogsvijanden met propaganda en leugens zwart te maken en het volk voor de oorlogsinspanningen te winnen. De belangrijkste medewerkers waren Lord Bryce* en Arnold Toynbee.
* Bryce hebben we dus eerder gezien in de 1890’s. Hij speelde destijds een belangrijke rol in de Britse anti-Turkse politiek tegen het Ottomaanse Rijk.
* Over de Britse oorlogspropaganda is hier ook een ouder artikel van mij te vinden: De basis van de Armeense genocideclaim: oorlogspropaganda.

De Wellington House had veel schrijvers en andere handlangers tot zijn beschikking. Niet zomaar schrijvers, maar echt bekende namen uit de literatuur zoals Rudyard Kipling,  H. G. Wells en Arthur Conan Doyle.

Handlangers van de Britse oorlogspropaganda: Rudyard Kipling,  H. G. Wells en Arthur Conan Doyle.


Krantenuitgevers deden ook mee. Net als bekende drukkerijen zoals Hodder & Stoughton en Oxford University Press*. Dit netwerk van handlangers was niet alleen in Groot-Brittannië te vinden, maar ook in de Verenigde Staten (met onder meer de drukkerij George H. Doran Company).
 * Geloof het of niet, zelfs heden laat deze drukkerij van de gelijknamige 'prestigieuze’ universiteit zich in met propaganda gericht tegen Turken. Zie Kenmerken van de Armeense gruwelpropaganda.
De nazi-trash waaraan ze bijna 100 jaar geleden hadden meegewerkt verspreiden ze dus nog steeds. Weg geloofwaardigheid.

De Britse staat had dus een gigantisch netwerk tot zijn beschikking om de oorlogstegenstanders zwart te maken. De Wellington House was hierdoor in staat om ruim duizend boeken en nog veel meer materiaal te publiceren en wereldwijd verspreid te krijgen.

De bekendste publicatie van deze Britse propaganda-afdeling is ‘The treatment of Armenians in the Ottoman Empire 1915-16 * uit 1916. Een andere naam voor dit werk van de koker van de Britse oorlogspropaganda is ’Bryce Report’. Het werd ook de Blue Book’ genoemd.
*De bejegening van Armenen in het Ottomaanse Rijk 1915-1916’. Op universiteiten wordt dit werk nog altijd als een standaardwerk voor een Armeense genocide gebruikt. Lieden die zich als geleerden voordoen, putten eruit om hun tegen de Turken gerichte leugens een aura van geloofwaardigheid te geven. Wat je er zoal kan vinden? Een glimp is hier te vinden.

Dit is dus een zelfde soort Blue Book (‘Blauwe Boek’) die we eerder in de 1890’s tegenkwamen.
Kleurenboeken zoals Blue Books zijn staatspublicaties die dienden om een tegenstander de schuld te geven van een conflict. In de Eerste Wereldoorlog hebben bijvoorbeeld ook Frankrijk en Rusland dergelijke werken gepubliceerd om Duitsland de schuld voor het ontstaan van de oorlog te geven. In dergelijke publicaties werden officiële documenten opgenomen om de beschuldigingen betrouwbaar over te laten komen. Deze documenten bevatten veelal vervalsingen of werden aangevuld met verdraaiingen en regelrechte leugens.
 

- Lees verder in deel III -


Wednesday, April 10, 2013

De Britse Leugenfabriek



De eeuwenlange anti-Turkse propaganda van Europa bereikte in WO1 één van haar hoogtepunten. De Britse oorlogspropaganda speelde daarbij een cruciale rol. Zoals gebruikelijke werden de Turken in die propaganda afgeschilderd als barbaren en schurken.
Omdat deze Britse propaganda de fundamenten legde voor de huidige Armeense genocide-aantijgingen, zal ik er dieper op ingaan.

Om het moreel onder de soldaten hoog te houden en goodwill voor de oorlogsinspanningen te kweken bij het publiek, werden de Britse tegenstanders gedemoniseerd. 

In de publicaties van de Britse staat zette men ze neer als wrede gewetenloze schurken. De kranten deden eveneens mee in deze campagnes tegen de oorlogsvijanden, zo konden ze ook hun vaderlandsliefde tonen.

Aanvankelijk was Duitsland het doelwit van de Britse oorlogspropaganda. Maar later kwam het Ottomaanse Rijk in het vizier van de Britten.

Britse oorlogsposter waarin een Duitse verpleegster een
krijgsgevangene die om water vraagt wreed bejegend.

(Over de naam de Leugenfabriek:
De Britse oorlogspropaganda werd gecoördineerd door de afdeling genaamd Wellington House. Arnold Toynbee, de bekendste medewerker, noemde die afdeling 'the Mendacity Bureau'. Vrij vertaald: 'De Leugenfabriek').




- Lees verder in deel II

Friday, April 5, 2013

Wanneer fantasten ‘wijze mannen’ worden genoemd



De Turkse regering is bezig om met de PKK een definitieve vrede te sluiten. De PKK is de Koerdische terreurbeweging die sinds 1984 dood en verderf zaait in Turkije*. Het probeerde er tevergeefs een Koerdische staat te stichten. Deze terreurbeweging heeft daarbij 40-50.000 slachtoffers op zijn geweten gehad.
* Als onderdeel van de Duizendjarige Oorlog geniet de PKK overal in Europa steun. Om enkele Europese staten te noemen die de PKK huisvesten en supporten: Denemarken, Duitsland, België, Frankrijk en zelfs Nederland.

Om dit vredesproces in goede banen te leiden en steun onder de Turkse bevolking te krijgen, is er een commissie van wijze mannen (en vrouwen) benoemd. De leden komen uit diverse Turkse regio’s.

Minstens twee leden zijn de screening op één of andere bizarre reden doorgekomen. Het betreft Baskın Oran (Egeische regio) en Murat Belge uit de Zuid-Oostelijke regio. 
Baskın Oran en Murat Belge, Armeense slaven.

Voorgaande twee hebben de Armeense leugens en fantasieverhalen fanatiek zitten te promoten. Wie fantasie en feiten niet van elkaar kan onderscheiden heeft nimmer het recht om wijze man (of vrouw) genoemd te worden. De verantwoordelijken in het samenstellen van deze commissie hadden zich dat moeten realiseren.

Een ander tekortkoming van de samenstellers is de betekenis van wat deze twee promootten. De mentaliteit die schuilgaat achter wat deze Armeense slaven verkondigden is diezelfde als die van de Armeense genocide-terroristen. Die mentaliteit leidde tot de dood van tientallen onschuldigen. De benoeming van deze fantasten is daarom een klap in het gezicht van de vele slachtoffers van Asala en JCAG.   

In de leugenverhalen die deze volksidioten promoten, komen nimmer de dood van tienduizenden (zo niet honderdduizenden) door Armeense slagers omgebrachte Turken en Koerden aan bod. Daarom is hun benoeming tot ‘wijze man’ een grote blamage voor de nagedachtenis van deze slachtoffers.